282
onleesbaar wordt. Ieder onzer zal dit wel eens waargenomen hebben,
bv. in een uitbetalingsboek.
Bovendien verliest het papier spoedig zijne kleur; het wordt geel en
krijgt daardoor een onooglijk aanzien; men neme om dit te zien maar
eens een straflegger ter hand van een militair, die con paar jaren in dienst
is, en men komt al spoedig tot de conclusie, dat bedoeld stuk meer op
een vod dan op een stuk papier gelijkt.
Bij gedrukten, die omgevouwen zijn, bemerkt men na eenig gebruik
al spoedig dat do ruggen scheuren, waardoor een aanhoudend oplappen
noodzakelijk wordt.
Evengoed als men in Nederland gebruik maakt van eene goede en kleur-
houdende papiersoort voor gedrukten, kan dit naar onze meening ook hier
geschieden.
De betere qualiteit van het in Nederland gebezigde papier valt dadelijk
in het oog, als men maar eens een Hollandschen legger conduitelijst naast
dien van het Indische Leger legt.
Mocht het Legerbestuur in het bovenstaande aanleiding kunnen vinden,
om de aandacht van den Directeur van Onderwijs, Eoredienst en Nijver
heid, onder wiens toezicht de Landsdrukkerij staat, op deze aangelegen
heid te vestigen, dan twijfelen wij niet, of er zullen stappen gedaan
worden om de commissie, die in het moederland belast is met de keuring,
te wijzen op de gebroken die der uitgezonden papiersoort aankleven,
waardoor wij wellicht in een niet te ver verwijderd tijdperk beter papier
voor de gedrukten zullen erlangen.
Nog eens spionspiegels.
Den schrijver van het in N°. 2 van het Indisch Militair Tijdschrift,
jaargang 1892, ingezonden stuk, getiteld „spionspiegels" wordt aandach
tige herlezing van de Missive van den Chef van het Wapen, dd. 11 December
1891 N°. 1370 aanbevolen. Alsdan zal hij ontwaren, dat daarin bepaald is
„clat de afsluiting aan de buitenzijde van den waarnemingspost wel
degelijk blijft bestaandocli alleen de toegang van de binnen-naar de bui
tenzijde is verplaatst", zoodat al zijne te dien opzichte geuite zorgwek
kende beschouwingen van allen grond ontbloot zijn en bedoeld stuk dan
ook niet aan bovenaangehaald tijdschrift had mogen zijn aangeboden.
Dan zal hem ook blijken, dat het den ondergeteekende overbodig voor
komt omtrent den inhoud van dat ingezonden stuk in gedetailleerde
beschouwing te treden.