283
Wat de bezwaren betreft omtrent het gevaar dat kleurenblindheid'
kan opleveren, releveer ik slechts, dat, zoolang het schijfschieten beoefend
werd, steeds van gekleurde vlaggen gebruik is gemaakt. Yan ongelukken,
naar aanleiding daarvan, word nimmer gehoord.
X'
De ondergeteekende door de Redactie van dit Tijdschrift met den in
houd van het bovenstaande stuk in kennis gesteld erkent gedwaald te
hebben ten opzichto van de afsluiting, doch vermeent dat door de prac-
tijk alsnog uitspraak zal gedaan moeten worden betreffende de overige
geopperde bezwaren.
Reeds nu echter gelooft hij met eenige zekerheid te kunnen zoggen,
dat die bedenkingen niet zoo weinig beteekenend zijn als X' in de voor
laatste alinea van zijn ingezonden stuk wel zou willen doen goloovon.
Het zij echter herhaald, de tijd zal leeren wie hier gelijk heeft.
X.
Misbruik van parafen.
Bij sommige korpsen heeft de waarmerking van doorhalingen zulk een
bedenkelijke hoogte bereikt, dat er letterlijk niets meer in oflicieele
stukken kan worden veranderd, zonder dat daarbij een paraaf moet
prijken. De meest onbeduidende wijzigingen, verbeterde taalfouten, enz.
geven een ruim veld tot bespiegeling op do driemaandelijksche nota's
van aanmerkingen, wanneer zij zijn aangebracht zonder de daarbij onver
mijdelijke paraaf te stellen. Dit nu kan onmogelijk de bedoeling van de
waarmerking zijn, deze heeft alleen recht van bestaan, wanneer veran
deringen in stukken worden gebracht die op den inhoud, de bedoeling
of de geldelijke berekeningen van invloed kunnen zijn. Wanneer een
slordige sergeant-majoor echter in het strafhoek schrijft „in den cham-
brce" en de kapitein slaat de n van „den" door, dan is er geen enkele
reden om daarbij een paraaf te eischen.
Toch doet men dit.
Als een bewijs van vrijzinnige opvatting ten deze, doelde ons onlangs
een auditeur-militair mede, dat hij in door hem geschreven processen-
verbaal van gerechtelijk onderzoek nooit doorhalingen deed waarmerken,
wanneer zij in den zin, de bedoeling uf den inhoud van het stuk geen