25
eens schuldig maken. Ook moest dikwijls worden gestraft voor
oneerbiedigheid en brutaliteit.
Goed verkoopen kwam niet voorkleine dieverijen echter wel.
Dronkenschap was een zeldzaam voorkomend feitslechts drie man
werden daarvoor tot nu toe gestraft.
Ruzie onderling of met andereu maakten de recruten ook niet;
vechterijen behoorden dan ook tot de uilzonderingen.
Ook zijn zij niet onzindelijk; straffen daarvoor zijn weinig opgelegd.
Twee malen is er dienstgeweigerd door de 2e compagniede eerste
maal den 40n Februari, hetgeen meer een lijdelijk verzet was, de
tweede maal den 27en Mei d. a. v., toen de recruten meer luid
ruchtig hunne ontevredenheid te kennen gaven.
De eerste maal werden zij dan ook spoedig door vermaning tot
hun plicht teruggebracht, terwijl den tweeden keer strengere maat
regelen bleken noodig te zijn.
Op zich zelve beschouwd zouden deze feiten een slecht licht werpen
op de Negerrecruten gaat men echter na op welke wijze zij er toe
gekomen waren om dienst te weigeren, dan is de zaak niet zoo ernstig.
Hierboven reeds maakte ik melding van den slechten invloed,
dien enkele van de tolken op do recruten wisten uit te oefenen.
Bij de 2e compagnie waren er een paar, die geen vertrouwen
inboezemden; één vooral had door zijn ontwikkeling en geslepenheid
een grooten invloed.
Reeds den 4"n Februari bespeurden wij dat de beweging uitging
van de tolken; bewijzen daarvoor hadden wij echter nietde slimme
gasten namen zelfs den schijn aan op onze zijde te zijn.
Het onderzoek, ingesteld na het voorgevallene op den 27en Mei,
bracht echter helder aan het licht, wat wij reeds lang vermoedden.
De bovenbedoelde tolk Monrovia had eerst door valsche voorspie
gelingen de andere hoofden der compagnie overgehaald en daarna in
vereeuiging met hen de geheele compagnie tot verzet en dienst
weigering aangespoord.
Ook nu weder stonden des morgens de tolken gereed voor den
dienst, terwijl de recruten oogekleed op hunne slaaptafels zaten of lagen.
Op aanmaning van den korpscommandant, om te zorgen dat de re
cruten ten spoedigste.gekleed en gereed moesten staan voor den bevolen