286
CORRESPONDENTIE.
Evelia. Dankin orde.
Den Heer E. A. Eekhout. Uwe brochures „Aanleg van Staatsspoorwe
gen in Nederlandsch Borneo en Zuid Sumatra" en „Indië zooals het is
en wat het worden kan" in dank ontvangen.
Kapitein VVriendelijk dank voor uwe mededeeling.
Kapitein W. J. Giel. Ontvangen, doch te laat voor de Maart afleve
ring. Intussclien zoo spoedig mogelijk.
Siegfried. Uw brief ontvangen; rek uw stilzwijgen niet te lang.
Gep. majoor-intendant Plas te Amsterdam. Vriendelijk dank voor uw
briefkaart van 20 Januari en voor uwe bemoeienissen om der Redactie het
bedoelde manuscript te verschaffen. Wil den eigenaar daarvan reeds
voorloopig bedanken en ZEdGr. zeggen, dat hij zijn stukken na gebruik
onmiddellijk zal terugontvangen.
M. te Willem I. Uw brief van den 29™ Febr. jl. te laat ontvangen,
om daarop nog deze maand te kunnen antwoorden. De volgende maal
dus.
Abonnees Ind. Mil. Tijdschrift. Het in deze aflevering begonnen stuk
van den majoor Rink zal in drie gedeelten geplaatst worden.
Het slot komt derhalve in de 5e aflevering.
Nogmaals wordt de aandacht gevestigd op de laatste drie alinea's van
de rubriek „Correspondentie" in de vorige aflevering.
Red.