294
houdt 2 of 3 geoefende afstandenschatters in zijne nabijheid; deze
schatten den afstand tot de zich vertoonende doelen en deelen zulks
den pelotonscommandant mede. Zij ondersteunen dezen verder,
doordien zij niet alleen het te beschieten doel, maar ook het overig-
gedeelte van het gevechtsveld in het oog houden." (1)
Dit voorschrift verdient navolging. Slechts enkele personen bezitten
de gave om op het oog den afstand te schatten en wanneer een
officier in de gevechtslinie over een tweetal van zulke schatters te
beschikken heeft, wordt zijne taak van vuurleicler enorm verlicht.
De beste afstandsmeter is nog altijd het granaatschot van de
artillerie. Waar dus artillerie naast of nabij ons in het gevecht optreedt,
moet nimmer verzuimd worden aan haar den afstand te vragen
166 S. V.].
Het schatten van afstanden moet bij voorkeur op scherp gemar
keerde terrein voorwerpen en niet op troepen geschieden; men kan
daarna gemakkelijker afleiden hoever het te beschieten doel van het
terreinvoorwerp verwijderd is. (2)
In het gevecht wordt meestal te kort geschat. (3) In knielende
en liggende houding schat men gewoonlijk te ver. (4)
De overste Wolozkoi zegt omtrent het schatten van den afstand op het
oog het volgende: „TJit een groot aantal waarnemingen gedurende een
geruimen tijd in de Europeesche legers verricht, is bewezen, dat de
waarschijnlijke fout steeds in eene bepaalde verhouding tot den te
schatten afstand staat en dat deze verhouding in tijd van vrede 0.1 is."
B. v. op 800 M. is de ivaarschijnlijke schattingsfout 80 M., bij
gevolg kan de grootste fout tot 320 M. bedragen.
In het Nederlandsch aanhangsel S. Y. wordt aangenomen, dat een
doel geschat kan worden binnen grenzen, die op de middelbare
afstanden (400 tot 700 M.) 150 a 200 M. en op de groote afstanden
(700 tot 1200 M.) 300 M. uiteen liggen; derhalve zou b. v. een
doel op 800 M. geschat kunnen worden tusschen 650 en 950 M.
(1) Het Oostenrijksche exercitie-reglement schrijft voor, dat de compagniescom
mandant de beste afstandenschatters als zijne ordonnansen aanwijst.
(2) Russisch S. V. 171. Zie ook 163 van ons S. V.
(3) Duitsch S. V. 76 Oostenrijksch S. V. 106.
(4) Oostenrijksch S. Y. 106.