297
tusschenafstanden, 450-850 M., wordt do vizierklep op het oog midden
tusschen twee verdeelstrepen gesteld.
Dit laatste is eene gebrekkige wijze van stellen en kost reeds moeite
om aan onze Inlandsche soldaten te leeren; aan het stellen op het
oog voor een afstand van b. v. 525 M. kan dus niet gedacht worden
Doch men meene niet, dat zulks bij een nieuw geweer wél het
geval zal zijn. Het vizier van het Fransche geweer, model 86, is een
trap- en schuifvizierop de trappen zijn verdeelstrepen voor 400-800 M.;
op het raam rechts voor 900-1900 M. en links voor 850-1950 M.
Het Duitsche schuifvizier heeft verdeelstrepen voor 450-2050 M. (links
de oneven, rechts de even afstanden). Het nieuwe Zwitsersche ge
weer, model 89, heeft een boogklep vizier met verdeelstrepen voor
300-2000 M. met hectometers opklimmende. Het Oostenrijksch geweer,
model 88, heeft ook een boogklepvizier voor afstanden met 100 pas of
75 M. opklimmende, op den linkervleugel van 500-1800 pas, de hoogere
afstanden tot 3000 pas op den rechtervleugel. Het is hier niet de
plaats om over de voor- en nadeelen van beide vizierstelsels uit te
weiden, doch dat van het Oostenrijksch geweer, hetwelk wij in
handen hebben gehad, verdient zeker geen aanbeveling, omdat de
verdeelingen met het ongewapend oog zeer moeilijk te onderscheiden zijn.
Ook bij een nieuw geweer zullen dus zeker de verdeelingen voor geen
kleinere verschillen dan van 50 M. kunnen worden aangebracht. Maar
wij hebben voor het bundelvuur ook geen kleinere verdeeling noodig.
Om dit aan te toonen hebben wij in den volgenden staat dc
trefkans berekend, welke met de bundels van zéér goede, middelmatige
en slechte schutters kan verwacht worden op een ondiep doel, als
dit met het vizier van 500 M. beschoten wordt, doch zich op
korteren of verderen afstand van den vurenden troep verwijderd
bevindt, terwijl het middelste trefpunt steeds op den vizierschots-
afstand valf. De afstanden klimmen of dalen met verschillen van
10 M.de kolommen der procenten vormen dan zoogenaamde treffer-
reeksen, welke eenige jaren geleden in vele schietvoorschriften voor
doelen in bataille en colonne werden aangetroffen.
Met opzet werd het vizier van 500 M. gekozen, omdat, ook na
de invoering van geweren van het kleinste kaliber, het beslissend
vuurgevecht op afstanden binnen de 500 M. zal worden gevoerd.