300 to gering. Enne compagnie van 140 geweren kan in twee minuten gemakkelijk 10 schoten per man, dus 1400 schoten afgeven en zou daarmede op den afstand van 450 M. aan eene vijandelijke afdee- ling een verlies toebrengen van 20 X 30 X 14 21 man. Waar zulk een verlies in zulk een kort moment geconcentreerd wordt toe gebracht, b. v. in het centrum van een compagnie in bataille of in enne compagniescolonne of in een gesloten Inlandsche bende, daar moet de moreele indruk ontzettend zijn. (1) De trefferreeksen van het vizier van 500 M- doen ons verder zien a. Dat op den vizierscliotsafstand niet de hoogste uitwer king wordt verkregen. Dit heeft eene verklaarbare reden. Op den vizierschotsafstand valt het middelste trefpunt in den voet van het doel, dus in de voorste grens van de trefferruimte, die op 500 M. een diepte van 51 M. heeft. Staat daarentegen het doel b. v. op 470 M., dan is de trefiferruimte 50 M. diep, terwijl het middelste trefpunt nu nagenoeg in het midden dier ruimte valt. b. Dat liet te kort schatten van den afstand voor de uitwerking veel nadeeliger is dan het te ver schatten. Staat b. v. het doel op 600 M. en wordt het geschat op 500 M., dus beschoten met het vizier van 500 M., dan is de uitwerking volgens de tabel resp. 0,6 en 8 °/0. Staat daarentegen het doel op 400 M. en wordt het op 500 M. geschat, dan is de uitwerking nog resp. 203, 25 en 206 °/0. Bedenkt men, dat de trefïerruimte zich achter den voet van het doel uitstrekt en dat hare diepte met het toenemen van den afstand voor infanterie in bataille sterk vermindert, dat verder bij eene schatting van 100 M. te kort b. v. van den bundel van middelmatige schutters 91 °/0 der treffers vóór den voet van het doel op den grond komt, terwijl bij eene schatting van 100 M. te ver door de grootere diepte der trefferruimte nog zelfs een deel van de kern des bundels wordt opgevangen, dan is ook dit verschijnsel voldoende verklaard. (1) Alhoewel dergelijke opgaven niet veel vertrouwen verdienen, geven wij hier eenige vermoedelijke oorlogsprocenten De Pruisen in 1864 en 1866 1.5 °/OJ in 1870 0.7 °/0. De Russen in 1863 1 °/0 a 1.5 °/0, in 1868 1 °/0. Zie: Wolozkoi. Das Gewehrfeuer im Gefecht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 305