305 Zonder instrumenten is de invloed, dien de temperatuur, de luchtdruk en het vochtgehalte van den dampkring op de baan van den kogel uitoefenen, niet 11a te gaan. Doch wij verkeeren in Iudië in dit opzicht in veel gunstiger omstandigheden dan in een Europeesch klimaat. Volgens opgave van den Directeur van het Observatorium te Batavia zijn de gemiddelden, welke gedurende eene reeks van jaren aldaar des morgens tusschen 6 en 10 uur zijn waargenomen: tempe ratuur 25°.01 C., barometer 759.48 mM., vochtigheidstoestand S 0.871. Van onze garnizoensplaatsen ligt het meerendeel op geringe hoogte boven de zee; zoodat wij kunnen aannemen, dat gedurende den tijd der schietoefeningen slechts geringe afwijkingen in tempera tuur en barometerhoogte van die gemiddelden zullen worden waar genomen (1). In Nederland zijn de vizierhoeken bepaald bij eene temperatuur van 53/4° C., terwijl in de zomermaanden soms geschoten wordt bij eene temperatuur van 20° a 25° C. Ofschoon nu het verschil in dracht niet uitsluitend aan de hoogere temperatuur mag worden toegeschreven, geven de volgende cijfers toch eeuig denkbeeld van de afwijkingen, die daardoor kunnen ontstaan Het nieuwe Oostenrijksche geweer is ingeschoten bij 15° C.; het schietvoorschrift geeft aan dat bij groote hitte (koude) op 1000 en 2000 pas eene vermeerdering (vermindering) van dracht van resp. 37 en 97 M. kan verkregen worden. (2) Van meer beteekenis is voor ons de invloed van den wind. In de vroegere morgenuren is aan de kustplaatsen dikwerf geen beweging van beteekenis in den dampkring waar te nemenna 9 uur des voormiddags steekt de zeewind op. Intusschen kan ook dan nog bij 20° C. werd met het vizier van 1000 M. eene dracht van 1057 M. verkregen. bij 20° C. 1500 M. 1588 M. (2) (1) Garnizoensplaatsen, wier hoogte boven de zee invloed op temperatuur, barometerhoogte en vochtigheidstoestand kan uitoefenen, zijnBuitenzorg (265 M.)} Willem I (476 M.), Magelang (383 M.), Malang (450 M.), Solok (376 M.), Padang- Pandjang (680 M.), Fort de Koek (927 M.), Lahat (2) Ook deze uitkomsten zijn dubbel zoo groot, als met de formule van Mayne zouden berekend worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 310