307 - beweging of verwarring, die bij den vijand worden opgemerkt, het middel om te beoordeelen, in hoever de bundel juist is gevallen. Hij echter, die het vuur commandeert, kan door de aandacht, welke hij aan den vurenden troep moet wijden en ook door den kruitdamp moeilijk te gelijkertijd de waarneming verrichten. Is de afstand bekend, dan is waarneming noodig om zekerheid te hebben, dat geen atmosferische invloeden storend werken en dat de schutters het vizier naar behooren gebruiken. De waarneming is dus steeds van veel belang; daarom moet zij slechts aan zeer geschikte personen worden opgedragen. "Waar de compagniescommandant zelf de leiding van het vuur op zich neemt, belast hij er een luitenant mede. Yoor afdeelingen, door luitenants gecommandeerd, komt ons de hiervoren vermelde Duitsche bepaling voortreffelijk voor, n.l.: dat elk pelotonscommandant een tweetal schatters bij zich houdt. Ook het Russisch schietvoorschrift bevat eene dergelijke aanbeveling. De waarnemer plaatst zich ter zijde van den vurenden troep, boven den wind; hij moet door afgesproken teekens te kennen geven of de kogels van een salvo te ver, te kort, te veel rechts of te veel links, dan wel op de goede plaats gevallen zijn. Zonder veldkijker is die waarneming doorgaans niet behoorlijk te verrichten. Het terrein is dikwerf niet gunstig voor de waarneming dei- aanslagen op den grond. Is dit wel het geval, dan moet de waarnemer uit het opslaan van zand en stof vóór het doel geenszins besluiten, dat de bundel te kort gevallen is, want treft de middelste baan van den bundel juist in den voet van het doel, dan zal de helft van alle schoten vóór het doel aanslaan. Er moet dus gelet worden op het aantal aanslagen. Neemt men op een voor de aanslagen gunstig terrein geen opslaan van stof waar, dan is dit een zeker bewijs, dat het vuur te ver gaat Op golvend terrein kan de aanwezigheid van terreinplooien de waarneming der aanslagen zeer bemoeilijken. Als de bundel in eene laagte vóór het doel neerslaat, veroorzaakt hij niet altijd eene stofwolk, die hoog genoeg is om bij den vurenden troep te worden gezien, zoodat men in den waan verkeeren kan, dat het vuur te ver gaat, terwijl het werkelijk te kort is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 312