312 verdeelen. (Vergelijk de tabel der trefferverdeeling bij verschillende 50 °/o dieptespreiding.) Wij stellen dus den regel: Met weinig geoefende of slechte schutters wordt nimmer met twee vizieren gelijktijdig geschoten Het is eigenlijk overbodig om het gebruik van twee vizieren door eene afdeeling van zéér goede schutters te behandelenvoor zulk eene afdeeling gelden dezelfde regels als voor eene afdeeling, uit middelmatige schutters bestaanden 1. 1°. Wordt het doel geschat tusschen grenzen, die 100 M. uiteen- liggen, dan wordt geschoten met één vizier voor den gemiddel den afstand. 2°. Wordt het doel geschat tusschen grenzen, die 150 M. uiteen- liggen, dan wordt geschoten met twee vizieren, die 50 M. verschillen De 50 °/0 dieptespreiding van den gecombineerden bundel wordt dan 62.5 M. 3°. Wordt het doel geschat tusschen grenzen, die 200 M. uiteen- liggen, dan wordt geschoten met twee vizieren, die 100 M. verschillen. De 50% dieptespreiding van den gecombineerden bundel wordt daar door ongeveer 100 M. In dit geval wordt dus de uitwerking gelijk aan die van middelmatige schutters met één vizier. Afdeelingen, kleiner dan eene sectiemogen niet met twee vizieren gelijktijdig schieten. Twee vizieren worden over de gelederen verdeeldb. v. het voorste gelid met het hoogste, het achterste gelid met het laagste vizier. Aangezien onze vizierindeeling niet verder dan tot 900 M. gaat en in onze voorschriften het schieten op afstanden boven 700 M. reeds als eene uitzondering wordt beschouwd, zwijgt het aanhangsel van het schiet- voorschrift over het gelijktijdig gebruik van drie vizieren. In de voorschriften van het Fransche, Duitsche en Russische leger wordt van een gelijktijdig gebruik van drie vizieren niet gesproken. Voor de keuze van het mikpunt geldt als algemeene regel, dat dit op het midden van den onderkant van het zichtbare gedeelte van het doel genomen wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 317