28 onzekerheid waarin de recruten verkeerden; zij wilden niet met leege handen in hun vaderland terugkeeren. Na de opgedane ondervinding wil 't mij voorkomen, dat het wen- schelijker ware geweest in den omgang met de Negers de Maleische- instede van de Hollandsche taal te gebruiken. De eerste is gemak kelijker aan te leeren en bovendien moeten zij die toch ook kennen, want buiten de kazerne en op die plaatsen, waar zij zich buiten dienst het meest bewegen, hebben zij aan de Hollandsche taal niets. Ook de omgang met Inlandsche vrouwen zou daardoor vergemakkelijkt zijn. Wijders geloof ik, dat men beter had gedaan Hollandsche instede van Engelsche namen aan de recruten te geven. Alles goed beschouwd, kan 'c niet anders, of ik moet 't voor het Indische Leger betreuren, dat deze eerste proef mislukt is. Zij is mislukt omdat de zaak niet behoorlijk voorbereid was en, vooral, omdat bij de werving niet met den noodigen tact en kennis van zaken is te werk gegaan. Had men, na behoorlijke voorbereiding, een paar Indische offi cieren, die de Engelsche taal machtig zijn, opgedragen toezicht op de werving te houden, dan zou van een misverstand als hier bedoeld, geen sprake zijn geweest. Bovendien had men dan de Negers dadelijk de engagementsacten kunnen laten teekenenmen had ze aan boord behoorlijk kunnen kleeden en reeds wat aan discipline kunnen gewennen. De proef zou dan ongetwijfeld gelukt zijn. Een officier van het Afrikaansch Kecruten korps. Willem I, November 1891.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 31