317
(395 M.) gaf. Zij leerden, dat het opslaan van de aanslagen op vlak,
effen, hard zand zeer wisselvallig was. De gemiddelde opslaghoek
teas gelijk aan tweemaal den invalshoek. De afwijking was altijd
naar rechts overeenkomstig do rotatie. (1)
Wolozkoi neemt aan, dat de opstuitingshoek 1.5 a 1.75 maal
den invalshoek kan zijn, doch zegt verder: „Het is nagenoeg
onmogelijk om het aantal ricochec-treffers voor eiken invalshoek te
bepalenbovendien hangen de ordinaten der daarbij beschreven
banen en het ricocheteeren zelf te véél van den toestand van het
terrein af, alsmede van de bebouwing, het weder, of de grond nat
of droog is, enz. (2)
In het Duitsche voorschrift voor den bouw van schietstanden
wordt o. a. gezegd: „Richting en grootte van den opstuitingshoek
hangen af van de gesteldheid van den grond op de plaats van den
aanslag. Op zachten, veerkrachtigen grond gaat de kogel onder
een kleinen hoek nagenoeg in de oorspronkelijke richting verder.
Op harden, steenachtigen grond is de grootte der afwijking veel
beduidender.
Er zijn afwijkingen zijwaarts onder 30° en opwaarts zelfs onder
grooteren hoek waargenomen.
Of nu de kogels na het opslaan nog banen van 400 M., 600 yards
of méér beschrijven is voor ons van minder beteekenis, wijl daaruit
de grootte van den opslaghoek niet is af te leiden.
Het schietterrein van de Infanterie-Schietschool te Meester-Cornelis
is op sommige gedeelten bijzonder gunstig voor de aanslagen op
zettelijk genomen proeven om de gemiddelde grootte van den opslag
hoek te bepalen, leidden echter tot hetzelfde besluit als de proeven
te Duhgeness, u. dat het opslaan zeer wisselvallig is.
Doch gedurende drie jaren zijn bij alle oefeningen in het bundel-
vuur steeds de ricocher-treffers met zorg afzonderlijk opgenomen en
is gebleken, zooals hieronder door voorbeelden zal worden aangetoond,
dat de hypothese van Brongniart zeer aannemelijk is, n. 1., dat voor
alle afstanden de gemiddelde opstuitingshoek gelijk is aan tweemaal
den invalshoek op den grond.
r(l) Regulations for Musketry Instruction. Pag. 223.
„(2) Das Gewehrfeuer im Gefecht. Bladz. 64.