322
Het hoogste procent ricochet-treffers zal verkregen worden, als het
middelste trefpunt van den bundel in den voet der voorste afdeeling
van het doel valt. Intusschen zou het verkeerd zijn om bij bekendheid
met den afstand bij het beschieten van doelen, welke eene groote diepte
van trefferruimte hebben, het vizier niet zóódanig te regelen, dat het
middelste trefpunt nagenoeg in het midden der trefferruimte valt, want
op directe treffers mag altijd gerekend worden, op ricochet-treffers niet.
(Vergelijk b. v. in ons le voorbeeld op 300 M., de verkregen ricochet-
uitwerking met de berekende.)
Te recht zegt daarom het Fransche schietvoorschrifc in punt 192.
„Men moet nooit, alléén met het doel om zich het voordeel der aan
slagen te verzekeren, een lager vizier nemen dan dat, hetwelk met
den afstand overeenstemt.
Te velde wordt men echter zelden of nooit met den juisten afstand
bekend en schiet men met benaderde vizieren.
Men mag daar reeds bijzonder tevreden zijn, als men het middelste
trefpunt in den voet der voorste afdeeling van het doel heeft gebracht.
In dat geval kan op een voor de aanslagen gunstig terrein de uit
werking van de ricochet-treffers nagenoeg opwegen tegen de mindere
uitwerking van de directe treffers.
Zoo b. v. hebben wij in ons voorbeeld van de open sectie-colonne
op 500 M. berekend, dat bij eene 50 D. S 60 M. een vizier
van 550 M. en een middelste trefpunt op 550 M. worden verkregen
65.9 directe treffers en 8 ricochet-treffers, dus te zamen: 73.9
(Geschoten is: 74%.)
Wordt nu dat doel beschoten met het vizier van 500 M., en valt
het middelste trefpunt op 500 M., dan zullen bij eene zelfde 50%
D. S. worden verkregen: 46.9 °/0 directe treffers en 21.2 °/0 ricochet-
treffers, of te zamen 68.1 °/0.
Niet alleen het doel zelve, maar ook afdeelingen, die echter dat
doel in reserve volgen, kunnen door ricochet-treffers verlies lijden.
Yolgens Pransche en Engelsche opgaven ricocheteeren de kogels op een
horizontaal en weerstandbiedend terrein tot op afstanden van 1800 M
(Bij de nieuwere geweren zelfs nog verder). De amplitude van den
eersten aanslag bedraagt 400 tot 600 M. op de kleine afstanden en
200 M. op de grootste afstanden.