DE OPLEIDING VOOR OFFICIER DER MILITAIRE ADMINISTRATIE BIJ HES NEDERLANDSCH- INDISCHE LEGER. Reeds sedert lang was het mijn voornemen in een of ander openbaar geschrift mijne denkbeelden te ontwikkelen over de tegenwoordige opleiding der Indische Administratieofficieren, welke opleiding, naar mijne overtuiging, te wenschen overlaat. Allerlei omstandigheden verhinderden mij tot nog toe aan dat voornemen uitvoering te geven. En al moge het nu ook al van geen belang worden geacht, die omstandigheden hier op te sommen, zoo komt mij eenige nadere toelichting toch niet overbodig voor, omdat het wellicht verwondering zal baren, dat ik aan mijn plan om een woord in deze meê te spreken, eerst thans gevolg geef, nu de nieuwe wet op het militair onderwijs in Nederland reeds sedert anderhalf jaar is vastgesteld. Het ligt toch voor de hand, dat het meer wenschelijk geweest zoude zijn mijne stem te doen hooren, vóórdat die wet in behandeling werd genomen, maar ik ging daartoe destijds niet over, omdat het mij bekend was, dat van hoogerhand reeds de noodige voorstellen werden gedaan. En nadat mij was gebleken, dat aan die voorstellen geen gevolg was gegeven, mocht het van weinig belang worden geacht, al dadelijk de pen op te vatten. Dit zou trouwens toen weinig meer gebaat hebben, maar ik ben overtuigd, dat er een tijd zal komen, dat het onvoldoende der oplei ding van de Indische admiuistratieofficieren algemeen erkend zal worden. Dat tijdstip zooveel mogelijk te vervroegen, is in hoofdzaak het doel van dit opstel.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 329