„betrekking gevorderd, maar ook wat hunne algomcene ontwikkeling
„betreft.
Vau deze beginselen uitgaande, zoude men recht hebben te verwachten,
dat, aangezien in de laatste helft dezer eeuw vooral ook op het gebied
der legerverpleging zulke groote vorderingen zijn gemaakt, door de
nieuwe wet eene ingrijpende verbetering zoude zijn gebracht in de
opleiding der officieren van de militaire administratie.
Zulks is echter, helaasniet het geval.
En die verbetering is toch dringend noodzakelijk, omdat die opleiding:
wat de algemeene ontwikkeling betreft, niet is in overeenstemming
met de eischen van deu tegenwoordigen tijd
de Indische administratieofficieren niet voldoende voorbereidt voor
den werkkring die hen wacht;
en last not least die officieren niet voldoende voorbereidt voor
het voortzetten der studiën aan den Intendancecursus der Hoogere
Krijgsschool.
We zullen in de navolgende regelen trachten de juistheid van
vorenstaande beweringen aan te toonen, doch vooraf nagaan, op welke
wijze, door middel van de nieuwe wet op het militair onderwijs, in
Nederland is getracht verbetering te brengen in de opleiding der
officieren in het algemeen.
Uit de Memorie van toelichting zien we al dadelijk, dat er daartoe
en m. i. terecht is gestreefd naar aansluiting van het militair
aan het middelbaar ouderwijs.
In 6 van die Memorie komt n. 1. het volgende voor:
„Wat nu de eischen voor de toelating tot een Cadettenschool en tot do
„Koninklijke Militaire Academie betreft, het voornemen bestaat de pro
gramma's voor de daarvoor te houden examens in dier voege te omschrijven,
„dat jongelieden die resp. den drie- en den vijfjarigen cursus eener
„Hoogere Burgerschool hebben gevolgd, met voldoende kans van slagen
„aan die examens zullen kunnen deelnemen."
Bij de behandeling van het ontwerp van wet in de afdeelingen der
2° Kamer van de Staten-Generaal bleek, dat vele leden van oordeel
waren, dat door die toezegging alleen geene voldoende waarborgen
waren verkregen voor de aansluiting aan het middelbaar onderwijs.
Zij verlangden eene onmiddellijke aansluiting, zoodat het bezit
326