327
van het diploma van eindexamen van eene Hoogere Burgerschool met
vijfjarigen cursus, ingeval er geene mededinging is, de toelating tot
do Koninklijke Militaire Academie verzekerde. (1)
Ook het lid van de 2e Kamer der Staten-Generaalthans Minister
van Oorlog de luitenant kolonel van deu Generalen Staf A.
L. W. Seijffardt is, blijkens eene bjj het voorloopig verslag der
commissie van rapporteurs gevoegde afzonderlijke nota (2) die meening
toegedaan.
Hij zegt in die nota daaromtrent o. a.:
„Sluit de opleiding tot officier aan bij dat punt, waar ook voor den
„burger de scheiding tusschen het algemeen onderwijs, nooditj voor elk
beschaafd en, ontwikkeld man (3) en de opleiding en studie voor het
„bijzondere vak of beroep aanvangt, dan heeft men aan de voorwaarden
„voldaan om zoolang mogelijk aan de zonen van het ontwikkeld deel der
„natie eene gezamenlijke opleiding te geven".
Blijkens 6 der Memorie van beantwoording van het voorloopig
verslag van de commissie van rapporteurs, (4) bestonden er bij de
Regeering bezwaren om aan vorenstaande eischen gevolg te geven,
doch werden, om daaraan te gemoet te komen, de programma's van
de toelatingsexamens voor de Cadettenschool en voor de Koninklijke
Militaire Academie in het nader ingediende gewijzigde ontwerp van
wet opgenomen en zóódanig gesteld, dat jongelieden die resp. den
drie- en den vijfjarigen cursus eener Hoogere Burgerschool hebben
gevolgd, met voldoende kans van slagen aan die examens kunnen
deelnemen.
Bij de nieuwe wet is dus, zooals ik hieryoren reeds aanteekende,
het beginsel dat ik vooropstelde in het oog gehouden en aan den eisch
door mij gesteld, wat de algemeene ontwikkeling betreft, zal mits
dien worden voldaan door de officieren, die aan de Koninklijke Mili
taire Academie worden opgeleid.
(1) Zie 6 van het voorloopig verslag van de commissie van rapporteurs opge
nomen in bijlage II behoorende bij den Militairen Spectator. Vierde Serie. Veertiende
deel. No. 2.
(2) Als voren.
(3) Ik cursiveer.
(4) Bijlage VII behoorende bij den Militairen Spectator, Vierde Serie, vjjftionde
deel, No. 7.
