838 aan den Intendancecursus der Hoogere Krijgsschool, zal wel geen nader betoog behoeven. Uit de omstandigheid, dat de aanstaande Indische luitenants kwartiermeesters geen onderricht ontvangen in de Hoogduitsche taal, waarin zij voor toelating tot den Intendancecursus examen moeten afleggen, blijkt ten overvloede nog, dat er naar aansluiting aan het hooger onderwijs niet is gestreefd. "VVat nu de opleiding in Indië betreft, hierop zijn de denkbeelden, in vorenstaande regelen ontwikkeld, in hoofdzaak van toepassing. Ik zal zulks wel niet nader behoeven aan te toonen, daar ik mag aannemen, dat het mijnen lezers bekend is, dat de opleiding hier slechts weinig met die in Nederland verschilt. Vóór ik nu echter verder ga een enkel woord als toelichting. Het is mogelijk, dat er onder mijne kameraden, die het voorgaande lazen, zullen geweest zijn, die daarin gezien hebben eene miskenning van hunne verdiensten. Die gevolgtrekking is echter onjuist, zulks heeft geenszins in mijne bedoeling gelegen. Ik heb de zaak als zaak behandeld in het belang van onzen dienst en al meen ik nu ook afdoende te hebben aangetoond, dat de oplei ding van onze officieren dringend verbetering vereischt, zoo zij het verre van mij daardoor een brevet van ongeschiktheid te hebben willen uitreiken aan hen, die bedoelde opleiding genoten hebben. Het is mij bekend, dat er velen onder hen zijn, die zich door eigen studie hebben ontwikkeld en die dan ook een sieraad van het korps genoemd mogen worden. Daarenboven is uit den aard der zaak uitgebreide kennis geenszins het eenige vereischte van geschiktheid voor eenige betrekking. Er zijn in eiken stand zóóveel factoren, die afgescheiden van de ontwikkeling, den persoon meer of minder geschikt maken voor de vervulling van zijn ambt, dat het onjuist zoude zijn in betere op leidingen dientengevolge uitgebreidere kennis alleen, een waarborg te zoeken voor meerdere bruikbaarheid. Maar dat staat bij mij vast, dat van een zelfden persoon bij meer dere ontwikkeling betere diensten te verwachten zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 338