334
Mogen nu de in deze verhandeling ontwikkelde denkbeelden er
toe leiden, dat ook zij onder mjjne kameraden, die zich tot nog toe
tevreden stelden met hetgeen zij vóór hunne aanstelling leerden, zich
met ijver op verdere ontwikkeling gaan toeleggen, dan zal ik mij
voor mijnen arbeid ruimschoots beloond achten.
En thans keer ik tot mijn onderwerp terug.
Als argument tegen de in vorenstaande regelen ontwikkelde denk
beelden, omtrent het onvoldoende der opleiding in Nederland van do
Indische administratieofficieren, zou kunnen worden aangevoerd, dat
hunne Nederlandscbe kameraden geheel op dezelfde wijze worden
gerecruteerd en opgeleid.
Die vergelijking gaat echter in geenen deele op en dit mag dan
ook wel als de oorzaak worden aangemerkt, dat, ten minste voor
zoover mij bekend, uit den boezem van het korps Nederlandsche
administratieofficieren geene stemmen zijn opgegaan tegen de opleiding
zooals die bij de nieuwe wet is geregeld.
Vooreerst toch bestaat er in Nederland eene zuivere afscheiding
tusschen den intendance- en den kwartiermeestersdienst en daardoor
ook tusschen de intendanten en de kwartiermeesters.
De door deze beide categorieën te verrichten diensten zijn en kunnen
dan ook bij het Nederlandsche leger zoodanig worden verdeeld, dat
het voor een goed intendant niet noodig is ten volle op de hoogte
te zijn van de dienstverrichtingen van den kwartiermeester.
Dientengevolge konden aan de intendanten bij het Nederlandsche leger
geheel andere eischen worden gesteld dan aan die bij het Indische en het
moet m. i. in hoofdzaak daaraan worden toegeschreven, dat de eersten
ten minste voor zooveel de jongeren betreft— voor een groot deel zijn voort
gekomen uit de goed ontwikkelden onder de officieren van andere wapens.
Daarenboven is er voor iemand, die vooruit wil, in Nederland alle
gelegenheid om zich verder te vormen, terwijl er daarentegen in Indië
veel is, wat belemmerend hierop werkt.
Ik wenseh hier slechts te wijzen op het klimaat, op de veel drukkere
bezigheden, op de herhaalde overplaatsingen en op de omstandigheid,
dat er slechts op enkele plaatsen gelegenheid bestaat om onderwijs
te ontvangen en dan nog slechts tegen zéér hooge betaling.