342 waterdicht langsschot in twee deelen verdeeld, in ieder waarvan eene staande drievoudige expansiemachine is opgesteld; elk der genoemde machines heeft haar eigen hulpwerktuigen en vormt een volledig geheel, dat onafhankelijk van het andere kan werken. Het totaal te ontwikkeien vermogen bedraagt 3318 I. H. P., waarmede eene vaart van 16 mijl kan bereikt worden. Het achtste compartiment bevat, behalve de bergplaatsen voor victualie, welke voor 136 koppen gedurende 10 weken proviand kun nen bevatten, een bergplaats voor schietkatoen en de ammunitieberg- plaatsen voor het kanon van 15 cM en deels van het lichte geschut. Voor den aanvoer van munitie aan het bovendek dienen twee munitiekokers van gegoten staal, dik 10 cM. Alle kruitkamers en granaathokken zijn waterdicht bewerkt en kunnen zoo noodig onder water gezet worden. Zij bevatten de mu nitie voor 110 schoten met ieder der kanonnen van 12, 15 en 21 cM. Het achterste gedeelte van laatstgenoemd compartiment en door een stalen schot geheel van het voorste gedeelte afgesloten, is ingericht tot stuurkamer. Daarin is opgesteld een stoomstuur- machine (tevens ingericht voor handbeweging), welke van af de brug en vau uit den commandotoren kan worden bediend. De luchtpers- pornp en accumulator voor de bediening der vischtorpedo's vinden mede in deze afdeeling eene plaats. In de negende waterdichte afdeeling komt de roerkoning binnen boord en eindigt deze onder het beschermend dek, zoodat het roer, met het geheele bewegingsmechanisme daarvan, zich onder de waterlijn bevindt. In geen der waterdichte schotten beneden het pantserdek bevinden zich deuren of andere openingen, behalve in het langsschot dat beide machinekamers scheidt, in het dwarsschot dat de machinekamers van het ketelruim en in het dwarsschot dat het vóór- en achter-ketel- ruim scheidt. Alle waterdichte deuren kunnen van af het opperdek bewogen worden. Ofschoon voor eene kunstmatige ventilatie van het schip onder het pantserdek zorg gedragen is, zoo geeft toch de navolgende wandeling tusschendeks wel eenige verademing. Beginnen we weder van den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 347