344 of wel door middel van kruitin het laatste geval langs mechanischen of electrischen weg. Begeven we ons nu naar het opperdek. Op de voorplecht treffen we aldaar den grondtakel aan. Drie spillen, waarvan er twee door de reeds genoemde ankerlichtmachine en een door middel van windboomen kan bewogen worden, moeten de Baxter ankers van 1700 K.G. ieder lichten. Het kanon van 21 cif. A., lang 35 kalibers, geplaatst op een centraal pivót met koepelschild, is omgeven door eene 1.50 M. hooge verschansing, welke ter hoogte van den gepantserden commandotoren 2 M. hoog wordt en doorloopt tot aan het kanon van 15 cM. A lang 35 kalibers, dat op de achterplecht op centraal pivöt met vlak schild, op draaischijf is opgesteld ook dit laatste kanon is omgeven door eene verschansing van 0.50 M. hoog, zoodat er onder den grootsten domp- hoek, welken de affuit toelaat, over heen kan gevuurd worden van recht achteruit tot 123° naar S.B. en B.B. De beide verschansingen om de kanonnen van 15 en 21 cM. dienen minder om deze laatste te beschermen, dan wel om een droog voor- en achterschip te houden. Onmiddellijk achter het, voorste kanon, dat van recht vooruit tot 116° naar beide zijden kan vuren, mondt de ammunitiekoker aan het dek uit en verrijst daarachter de commandotoren, welke is samen gesteld uit compound platen van 15 cM. dikte. Hij bevat een rad voor de stoomstuurinrichting, telegraphen naar de machinekamers en torpedobatterij en de noodige spreekbuizen. Een koker van gegoten staal ter dikte van 7| cM., welke van uit den toren naar het pantserdek leidt, moet de verschillende telegraafdraden beschermen. Boven den toren, doch iets meer achterlijk, verheft zich de brug, waar, behalve een rad voor de stoomstuurinrichting, kompas en telegraphen naar machinekamers, twee revolverkanons van 3.7 cM. zijn opgesteld, 6^ M. boven water. Op het opperdek, achter de brug, zijn in uitgebouwde halftorens de kanonnen van 12 cM. A. opgesteld, één aan S.B. en één aan B.B. Zij zijn geplaatst op een centraal pivöt, voorzien van eer. koepelschild en kunnen van 78° achter uit tot 72° vooruit vuren. Dat de vroeger genoemde 2 M. hooge verschansing door de halftorens wordt onderbroken behoeft bijna niet vermeld te worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 349