355 dat men de vraag, of dat korps kon worden ingekrompen, moest laten rusten totdat de ondervinding zou hebben geleerd in welke mate het Depot ontlast zou worden van arbeid door de oprichting der commissariaten van afmonstering. Bovendien zou Z. E. het bedenkelijk achten tot inkrimping over te gaan, nu voortdurend alle krachten moesten worden ingespannen om de resultaten der Koloniale werving zoo hoog mogelijk op te voeren, tengevolge van het groot incompleet aan Europeanen bij het Indische Leger. Dezelfde opinie bleef de Minister ook toegedaan, toen eindelijk in 1887 op de Indische begrooting de memoriepost werd hersteld voor de zoogenaamde Indische brigade, welke post op de begrooting voor 1890 vervangen werd door een bedrag van f 100.000, benoodigd voor de oprichting van de „Koloniale Reserve". Het lag voor de hand, dat waar nu die som benoodigd scheen voor de oprichting van dat nieuwe korps, men die gelegenheid aangreep om nu toch vooral op ver mindering van kosten van het Werfdepot aan te dringenhet was blijk baar maar de quaestie, dat waar aan den eenen kant zooveel meer voor hetzelfde doel werd voorgesteld, men aan den anderen kant wel op besparing van een zooveel kleinere som kon aandringen. Het noodzakelijk verband tusschen die twee zaken werd daarbij echter geheel uit het oog verloren, zoodat dan ook de M. v. O. in de Memorie van antwoord op het voorloopig verslag terecht deed uitkomen, dat op dat oogenblik eene inkrimping van het Kol. Werfdepot prae- matuur was te achten. Zeer juist werd door Z. E. opgemerkt, dat wanneer door de ervaring meer zekerheid zou zijn verkregen aan gaande de levensvatbaarheid der „Koloniale Reserve", ook van zelf de vraag aan de orde zou komen, op welke wijze dit nieuwe korps dienstbaar zou zijn te maken aan de geregelde uitzending van sup pletietroepen en waarbij dan ook de quaestie der reorganisatie van het Kol. Werfdepot te behandelen zou zijn. Dus geen oude schoenen wegwerpen, vóórdat men nieuwe heeft. Dit gezegde is volkomen van toepassing op het Koloniaal Werfdepot, of beter gezegd op de Koloniale werving. Al is ook de „Koloniale Reserve" opgericht en al wordt ook dooi den afgevaardigde Levysohn Norman beweerd (zie verslag kamer zitting 12 Dec. 1890), dat door dit korps aan het Werfdepot recht-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 360