861 werd bij het oprukken tegen den Boekit Kemboeng op nog geen 200 M. afstand uit een pepertuin in de lange kwetsbare flank der colonne bescho ten en nog al flink ook, zonder dat iemand werd geraakt. De vijand zelf schijnt, in het gezicht der vele vuurmonden, de theorie, dat vuur- uitwerking boven dekking moet worden gekozen, te hebben omgekeerd. Dit werd o. a. ook den 16en in het défilé Bagoh waargenomen. De colonne ffillemsdie de omtrekking deed, zag de Atjehers op ons vuren, door de geweren onder sterke helling op de borstwering te leggen en ze zoo af te schieten, daarbij vooral zorgende zelveu ge heel achter de borstwering te blijven. Geen wonder dat dit anders zeer hevig vuur ons maar een paar gewonden heeft gekost. En nu de wijze waarop de artillerie de theorie van nman kanu's probiren" heeft toegepast nog even besproken. Hier spreekt Sinta Palinsco, ofschoon in zachte woorden, een afkeurend oordeel uit, dat niet verdiend is. De eerste artilleriestelling op den llen Juni was na vele verken ningen geacht te voldoen aan zeer gewichtige voorwaarden; men kon daaruit n. 1. de hoofdversterking des vijands beschieten cn enfileer- vuur brengen op de voornaamste loopgraven, welke het front der stelling verdedigden. De batterij marcheerde geheel gedekt naar hare stelling op en opende spoedig na het in batterij brengen het vuur. Nu stond ze wel is waar op slechts 400 M. afstand van de vijandelijke verster king, maar daar was niets aan te doen. Men had nu eenmaal geen betere plaats. Achter de batterij waren bosch en tuinen, daar kon den de stukken toch ook niet staan. De opmerking, dat de artillerie slechts door de Edirivier van den vijand was gescheiden, doelt zeker op de mogelijkheid, dat die bat terij wel eens overvallen had kunnen worden. Och, hadden de Edi- neezen dat maar eens gewaagd. Voor ze de hellingen van den Boekit Roembia waren afgedaald, zouden ze zeker door het G. K. T. vuur uit vuurmonden en de salvo's eener geheele compagnie wel tot staau zijn gebracht. De enkele geluksvogels, die het dan nog tot de Edirivier hadden kunnen brengen, zouden, op den rechteroever aangekomen, na een kar tetssalvo wel met de bajonet onschadelijk zijn gemaakt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 366