363 vóór de artillerie, zooals het verslag aangeeft. Ze was wel zoo dicht vóór de artillerie 100 M.), dat de artilleriecommandant de voorhoede kon waarschuwen om zich te dekken. Alles ging toen op zijde van den 1 M. hoogen weg in de bakoe- bakoe en knielde daar. Toch zouden bij ontijdig springen der Gr. K. T. ongelukken niet te vermijden zijn geweest, maar dat heeft men altijd bij het vuren over eigen troepen, onverschillig op welke afstanden en onder welke omstandigheden ook. Blind vertrouwen in de deugdzaamheid der munitie heerschte niet bij den artilleriecommandant, maar wel alleszins gewettigd vertrouwen. Den commandant toch was het bekend, dat hem splinternieuwe munitie was medegegeven, terwijl hij ook wist, dat in het vorig jaar bij de oefeningen te Batoe Djadjar evenmin als bij de gevechten van den llen en 16en Juni een enkele Gr. K. T. ontijdig was gesprongen. Ook werd hier het toezicht op het laden met het oog op mogelijke oogeiukken met meer dan gewone nauwgezetheid uitgeoefend. Verwend door het succes van den 11' en 13en Juni, was het voor zeker niet aangenaam voor de artillerie, thans het vijandelijk vuur niet tot zwijgen te kunnen brengen. Men vuurde hier echter niet doelloosz. a. op blz. 80 wordt beweerd. Tot mikpunt diende de rook van 't vijandelijk vuur. Men schoot zich in op den rook, zeker zijnde in geval men daar ook trof, den vijand veel afbreuk te zullen doen. Het vuren op den vijandelijken rook mag toch waarlijk niet doelloos worden genoemd. Dit is eene veelvuldig voorkomende handeling. Met den meesten nadruk werd dit bij de richtoefeningen bij de bereden artillerie onderwezen en ook bij de practische oefeningen toegepast. Met dat vuren op den rook toch, verdreef men dien morgen een half uur later den vijand met slechts 12 Gr. K. T. schoten uit de zeer sterke Giedei Bagoh. De redenen, dat hier de artillerie het vuur niet tot zwijgen kon brengen, lagen hierin, dat de vijand op nog andere plaatsen was genesteld, dan die de artillerie beschoot. Zeer zeker hebben de Atjehers toen ook uit de Gedei Bagoh en het terrein ten Z. der beide defiléverster- kingen gevuurd. Het vijandelijk vuur toch was zoo hevig, dat dit onmogelijk alleen kon komen uit twee redoutes van 8 M. face.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 368