382 verwacht worden, als de afstand tot het doel nauwkeurig bekend is, het doel zelf onbeweeglijk blijft en de juiste vizierhoogte, om de kogelbaan over de dekking te brengen, kan worden berekend. Het indirecte vuur belooft dus in den veldoorlog weinig resul taten alleen wanneer de vijand zich in en achter verschansingen heeft opgesteld, kan beproefd worden de binnenruimte door infanterie- vuur onveilig te maken. (1) Zoo b. v. was de verschanste linie van Djagakaga in 1849 door 15000 Baliers bezet, die echter niet allen binnen de redouten, maar ook achter de linie hebben gestaan. De borstweringen waren 3 a 3.5 M hoog, de binnenruimte der redouten N°. 1 en 2 bedroeg 100 M. (2) Met ons tegenwoordig geweer zou het mogelijk zijn in die redou ten en achter die linie door indirect vuur verliezen toe te brengen. Men moet daartoe de kortste baan zoeken, die voldoende kromming heeft om over de dekkende borstwering heen te gaan. In de tabel der vluchthoogten vinden wij, dat de baan van 550 M. op den afstand van 400 M. van de monding eene vluchthoogte heeft van 3.59 M. Wanneer derhalve de vurende troep zich op 400 M. vóór de borst wering plaatst en met het vizier van 550 M. op den voet der borst wering richt, gaat de middelste baan op 0.09 M. over de kruin en komt op 150 M. achter de borstwering op den grond, zoodat met den bundel van middelmatige schutters het terrein tusschen 150 en 350 M. achter de borstwering onveilig wordt gemaakt. In den regel echter is de voet der dekking geen bruikbaar hulpmikpunt, maar is de kruin daartoe beter geschikt. In ons voorbeeld zou dan met het vizier van 400 M. op de kruin der borstwering moeten worden gericht. Door de helling, die alsdan aan de vizierlijn wordt gegeven, wordt de tangens van den schootshoek van 400 M. (18.15 °/00) vermeerderd met -^-=0.00875 of 8.75°/oo, zoodat geschoten wordt met een schoots hoek van 26.9 °/00, waarbij eene dracht behoort van 549 M. De 350 (1) Het is de taak der artillerie om door indirect- en worpvuur de binnenruimte eener verschansing onveilig te makende infanterie kan nimmer met haar vuur hierin met de artillerie wedijveren, te meer daar de Inlandsche vijand meesterlijk de kunst verstaat om zich door blindeeringen tegen dat vuur te dekken. (2) Weitzel. De 3e expeditie naar Bali in 1849.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 387