35
hen, die minder geschikt voor den velddienst zijn, op soldaten, die be
grijpen, dat ze het met de geleerdheid der tegenwoordige kaderscholen
toch niet klaar kunnen spelen en last not least op degenen, die
muzikant zijn een zuidelijk baantje vinden, dat hen vrijstelt van
exerceeren, corvee en wacht en hen tevens, meer dan in de gelederen
mogelijk is, in de gelegenheid brengt om te bewijzen, dat de grootste
spons het in opslorpingsvermogen bij een muzikantenkeel aflegt.
Dat er van deze vrienden, zij het dan ook onvrijwillig, nog al
eens een uit de kapel fileert is te begrijpen en heeft met het oog
op het boven aangeteekende geene verdere toelichting noodig.
Wil men goede muziek hebben dan moet men de muzikanten die
talent hebben ook goed bezoldigen en juist dit is met de geldmiddelen,
waarover tegenwoordig beschikt kan worden, niet mogelijk. De A. O.
N°. 58 van 1883 vangt aan met de stilzwijgende bekentenis, dat het
Gouvernement geen cent wil ten koste leggen aan de muziekkorpsen
en deze moeten bestaan van de vrijwillige (lees gedwongene) bijdragen
van HH. officieren, en dat zoo die niet toereikend zijn de kost
verdiend moet worden door de muziek den boer op te sturen.
Eene fraaie regeling voorwaar
Is het land zoo arm, of betaalt het Gouvernement zijne militaire
dienaren zoo ruim, dat deze zoo maar klakkeloos bij A. O. voor het
onderhouden van zeer noodzakelijke militaire muziekkorpsen ge
spannen kunnen worden. En wie benijdt de rol van den korps
commandant of luitenant-adjudant, waar dezen als impressario's met
den een of anderen koekebakker, die ook wrel eens muziek voor zijn
deur wil hebben, moeten staan te marchandeeren, op gevaar af dat
een civiele ronzebons zijn militairen broeder onderkruipt.
Doch afgezien van het minder aangename van dezen toestand voor
de betrokken personen, worden de muziekkorpsen door dat spelen
buitenaf totaal bedorven.
Wij hebben fanfarekorpsen noodig, geen harmonie-orkesten.
Eene kapel, die zich ter nauwernood den tijd gunt om een be
hoorlijken marsch in te studeeren, brengt uren lang zoek om met
onvoldoende bezetting bv. Die Türkische Schaarwache of welken
anderen orgeldeun ook, eenigszins dragelijk te voorschijn te brengen.
En alles, mijne heeren om de dubbeltjes, want van de 50 a 60