3G maandelijkse officiers-conti ibutie kan de schoorsteen niet rooken. I)e muzikanten, de kapelmeesters toch moeten hun toelage hebben, instrumenten moeten vernieuwd, en muziekpapier, kaarsen enz. telkens aangeschaft worden. Een goed ingericht militair muziekkorps bestaat uit veel koper en weinig of geen houtinstrumenten, zoodat het in staat is volle krachtige muziek, passend bij het opgewekt ernstige van ons métier, te doen hooren. Veel instudeeren van marschen, niet alleen in de tent, makkelijk op een stoeltje gezeten, maar ook buiten op weg, pas regelen met den luitenant-adjudant er naast, behoort gedaan te worden. De overschietende tijd moet gebezigd worden om populaire in den smaak van den soldaat vallende muzietr, dansen enz. aan te leeren, terwijl aan hoogdravende adspiraties van eerzuchtige kapelmeesters om ouvertures enz. uit te voeren, de kop ingedrukt moet worden. Een ander nadeel van den tegenwoordigen toestand is het weinig zaakkundig toezicht en bestier van de zijde der daarmede belaste officieren. Luitenant Dinges, een flink officier, maar die geen noot zoo groot als een schilderhuis kent, wordt van daag luitenant-adjudant en morgen belast met de superintendence van de muziek. Is het wonder dat deze, ofschoon met den grootsten ijver bezield, blunders maakt? Een gedeelte der instrumenten bv. moet vernieuwd worden. Pas heeft men echter een factuur daarvan uit Duitschland ontvangen, aldaar bij de eene of andere firma besteld op een snorkenden catalogus, waarin uitstekende instrumenten voor weinig geld aange boden worden. Bij aankomst der factuur blijkt het koper der instru menten evenwel zoo dun als papier te zijn en toonen deze na kort stondig vertoef onder de hardhandige artisten een buitenzijde, die meer op de rimpelige tronie van eene oude xantippe gelijkt dan op het gulden instrument van den Trompeter von Sakkingen. Thans echter zal men zich niet weder laten beetnemen en koopt men een half dozijn instrumenteu bij eene solide Pransche firma, die tegen goed geld ook goede waar levert. Doch, lacij, op het oogenblik dat men deze in de kapel wil gebruiken blijken ze met de overige niet te stemmen, men heeft er niet aan gedacht of is er onkundig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 39