396
kan dubbel zoo groot zijn, terwijl door de groolere vuursnelheid dat
grootere verlies in korteren tijd kan worden toegebracht.
Over liet liouden van oefeningen in liet bundelvuur.
Wanneer men onze voorschriften voor de gezamenlijke schietoefenin
gen vergelijkt met die van vele andere legers, dan ontwaart men, dat
bij ons evenals bij het Nederlandsche en Duitsche leger den com
pagniescommandant veel vrijheid van handelen is gelaten.
Wordt nu overal van die vrijheid een oordeelkundig gebruik ge
maakt, wordt die vrijheid nimmer beperkt?
Wij achten ons niet bevoegd hierop antwoord te geven; doch wel
weten wij, dat nog niet overal de overtuiging gevestigd is, dat de
schietoefeningen tot de gewichtigste dienstverrichtingen der Infanterie
behooren, 1 S. V.) en dat het hoofdzakelijk de gezamenlijke oefe
ningen zijn, die rechtstreeks tot het doel leiden, dat men zich in
hoofdzaak met de schietoefeningen voorstelt. 17 S. V.)
Terwijl er niets in gezien wordt om een militairen marsch of eene
velddienstoefening te houden, die tot 12 uur 's middags of tot later
duurt, wordt er moord en brand geroepen, als eene schietoefening
niet vóór 10 uur 's morgens is afgeloopen. Toen wij het schietterrein
der schietschool na 8 uur ter beschikking wilden stellen voor eene
gevechtsoefening, ontvingen wij ten antwoord, dat het dan te laat en
te warm was!
Hoe kan er vrijheid van handelen zijn, als het schietterrein slechts
één dag per week voor een geheel korps beschikbaar wordt gesteld
en de compagnieën elkander in alle opzichten hinderen?
Waar blijft de vrijheid van handelen, als de korpscommandant zich
met details bemoeit en bij rapportorder afstand en vizier bepaalt voor
eene oefening in gesloten orde?
Waar is het voorgeschreven, dat den korpscommandant na afloop
der oefening opgave moet worden gedaan van het behaalde procent
treffers, en waaraan ontleent hij het recht om den compagniescommandant,
die met zijn troep een lager procent verkreeg, daarover een bemerking
te maken? Ten eerste zijn in de compagnieën de schutters der 3