399 Het voorschrift van 113 R. S. (lc druk), dat zes schoten in de minuut moeten kunnen worden gedaan, moet bij het salvovuur niet te letterlijk worden opgevat. Wanneer de rook vóór den troep blijft hangen en het richten bemoeilijkt, wachte men met het volgend salvo, totdat het doel weer zichtbaar is. Hij die vordert, dat steeds zes schoten in de minuut worden gedaan, toont niets van het bundelvuur te weten, want hoe kan men waarnemen of de bundel goed valt en dus het vizier met den afstand overeenstemt, als men geen tijd daar voor mag nemen. Zóó kweekt men het er op lospoffen munitie verspilling aan. Wanneer sectiën of groepen op dezelfde baan na elkander dezelfde oefening op een onbekenden afstand moeten houden, moeten zij niet achter den vurenden troep worden opgesteld om hunne beurt af te wachten, wijl daardoor gelegenheid tot waarneming wordt gegeven. Den officieren moet worden aanbevolen bij de waarneming van den bundel een veldkijker te gebruiken. In den aanvang dezer studie schreven wij, dat bij het tirailleur- vuur evenzeer als bij het salvovuur een bundel wordt verkregen, wanneer aan alle schutters slechts een zelfde punt van het doel tot mikpunt wordt aangewezen. Slechts de tijd, waarin die bundel gevormd wordt, is bij het tirail leur vuur grooter dan bij het salvovuur; bovendien treffen bij het tirailleurvuur de schoten van den bundel opvolgendbij het salvovuur daarentegen gelijktijdig. Het tirailleurvuur is daardoor minder in drukwekkend, maar het verhoog^ de onrust bij de tegenpartij, waar van het de aandacht voortdurend en, bij een bepaald aantal patronen, veel langer in beslag houdt. Door de bepaling in 234 R. S., dat het tirailleurvuur niet boven de 250 M. beoefend wordt, is men in het gebruik te zeer beperkt. Wij hopen dat het nieuwe voorschrift ons meerdere vrijheid laat. Omtrent het gevechtsschieten zegt 51 A. „Het gevechtsschieten is een der gewichtigste oefeningen, omdat daarbij kader en manschap pen in het vuurgevecht worden geoefend onder omstandigheden, die de werkelijkheid het meest nabijkomen. „Willen deze oefeningen vruchten dragen, dan is het noodig, dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 404