407
zij overeenkomt met een leeftijd die van 10 tot 15 jaar hooger is.
Het sneuvelen heeft, althans voor de gehuwde officieren, betrekkelijk
over het geheel genomen weinig invloed, zooals uit de cijfers tusschen
haakjes geplaatst blijkt. Doch de vermoeienissen en gevaren aan
het leven van den officier verbonden, hebben blijkbaar op de sterfte
een hoogst nadeeligen invloed. Na den 50jarigen leeftijd wordt de
verhouding beter; geen wonder, want dan komen wij onder de gepen-
sionneerde officieren, die meerendeels in het moederland zijn teruggekeerd.
Op hoogeren leeftijd vallen de sterftecijfers met die van den Neder-
landschen officier nagenoeg samen. Tevens is hierbij onderzocht of de
sterftekans in de laatste jaren in gunstigen zin afwijkt van de vroegere.
Doch hiervan is mij niets gebleken, bij het nagaan der sterfte van
jaar tot jaar bleek mij, dat er jaren zijn aan te wijzen van buitengewoon
groote en ook jaren van geringere sterfte, doch geenszins kan gezegd
worden dat de laatste jaren de gunstige waren. Zooals in zoovele
gelijksoortige zaken valt ook hier eéne soort van golfbeweging waar
te nemen, waarvan het gemiddelde vrij standvastig blijkt te zijn.
Daarom is het gemiddelde getal der waarnemingen tot grondslag
aangenomen.
Bij de vrouwen doet zich een geheel ander geval voor, zooals uit
staat II blijkt. De gegevens zijn hier op gelijke wijze verkregen en
hebben betrekking op vrouwen en weduwen van officieren. Het
geheel aantal eenjarige waarnemingen bedraagt 49689 dus nog grooter
dan over de mannen. Doch de sterfte is aanzienlijk minder, zooals
duidelijk uit den samengevoegden staat blijkt. De sterfte is op
gelijken leeftijd niet alleen veel geringer dan voor de mannen, maar
zelfs geringer dan voor de Nederlandsche vrouw zooals uit den achter-
gevoegden staat blijkt. Zoo schijnt het leven der vrouw in Indië hoogst
voordeelig voor de gezondheid te zijn. Terwijl de man door zijn
vermoeiend leven aan grooter gevaar blootstaat en daardoor aan meer
sterfte onderhevig is, geniet de vrouw gemiddeld de beste gezondheid
en worden hare levenskansen door vertrek naar Indië eer verlengd
dan verkort. Vooral tusschen 35 en 50jarigen leeftijd openbaart zich
dit gunstige verschijnsel in hooge mate, terwijl het (al is het in minder
mate) tot op hoogen leeftijd zijn invloed doec gelden. Het gunstige
verschijnsel is van 1842 af gemiddeld door alle jaren heen waar te