412 dit ia de balans op te nemen is de rekening geschied als in den eersten staat, doch de contante waarde der pensioenen met de helft verminderd. Deze vermindering is eer iets te groot dan te klem, doch het geheele bedrag is tegenover dat van den eersten staat van weinig beteekenis, terwijl het verder mijn streven was den ongunstigen toestand van het fonds niet erger te maken dan strikt noodzakelijk is. De derde reservestaat bevat de ongehuwde actief dienende, non-actieve of met buitenlandsch verlof zijnde officieren. De storting voor dezen is genomen naar den actueelen rang of het pensioen, de contante waarde berekend met inachtneming van het waarschijnlijk aantal jaren, dat de actief dienende alsnog in dienst zal doorbrengen. Voor het weduwenpensioen is weder gevolgd de methode van berekening door de commissie voor de burgerlijke pensioenen hiervoor aangegeven met inachtneming van de afwijkende sterftekans. Kinderpensioen is hierbij in rekening gebracht door dezelfde verhouding tot het weduwen- pensioen aan te nemen als voor de gehuwde deelhebbers blijkens den eersten staat geldt (zijnde 5,3 pet.). In dezen staat overtreft het actief het passief, zooals zich vooruit liet verwachten; omdat zelfs met het oog op de toekomstige huwelijkskans de ongehuwden meer betalen moeten dan voor het overeenkomstige weduwen- en weezenpensioen noodig is. Nog moet hierbij gevoegd worden dat van de contante waarde van het eventuëele weduwenpensioen tei- stond is afgetrokken de waarde van de storting die de ongehuwde officier bij een huwelijk moet verrichten. De vierde reservestaat omvat de gepensionneerde officieren die ongehuwd zijn en waren. Voor dezen is de berekening op gelijke wijze en naar dezelfde grondslagen volbracht als voor de ongehuwde actieve officieren in den voorgaanden staat en geldt ook gelijke conclusie. Hunne aanspraken worden door de verplichtingen overtroffen. De vijfde reservestaat heeft betrekking op de bestaande weduwen, die pensioen trekken. Zij zijn gerangschikt naar den leeftijd en de grootte van het pensioen; het aantal op eiken leeftijd doet tot deze berekening niet af. De waarde dezer pensioenen zoomede die der kinderpensioenen had ik onmiddellijk kunnen ontleenen aan de mij door het bestuur van het fonds toegezonden staten. Hierbij heeft de berekening plaats gehad volgens de tarieven der Nederlandsch-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 417