418 dan tegen zooveel lager prijs verkrijgbaar, of werd gemeend, dat het den Indischen handelaar en industriëel onbekend zou zijn, vanwaar hij op de goedkoopste wijze zijn grondstoffen zou kunnen verkrijgen. Was het munitiebrood in Nederland wel goedkooper, dan een gelijksoortig brood door fabrieken geleverd? Immers neen? Was het soldatenbrood slecht, waaruit was dit gebleken Hadden de dagbladen bewijzen voor hun bewering aangehaald? Was het in den regel minder goed, dan dat van den burger? En zoo er verval- sching van het brood door den aannemer plaats had, waarschijnlijk was het toch niet, dat dit bij de keuring was gebleken, voorafgaande aan het fourageeren. Ons althans was na een twaalfjarigen dienst in Indië geen geval bekend van afkeuring om deze reden. Toch had den dergeljjke afkeuringen in onze omgeving ons uit den aard van onzen werkkring niet onbekend kunnen blijven. Zou van de minder •goede hoedanigheid van dit voedingsmiddel niet veeleer de schuld schuilen bij het gebezigde gistingsmiddel? En indien dit het geval was, dan zou oprichting van militaire bakkerijen ons immers geen stap dichter brengen bij de vervulling van het desideratum? Ware het niet eenvoudiger te onderzoeken of het brood werkelijk in den regel vervalscht werd, en zoo niet, of proeven met andere gistende stoffen geen minder omslachtige oplossing voor het vraagstuk kon den leveren? En hoe meende men aan het personeel te komen voor den op te richten diensttak? Of leed het leger niet sinds lange jaren aan bloedarmoede, zóó dat elk Europeaan, aan den dienst onttrokken, wel dubbel mocht rekenen? Ziet daar tal van vragen, wel in staat ons huiverig te maken voor een antwoord in bevestigendeu zin. Andere gronden dan de aange voerde, waren daarvoor noodig. Dit gaf ons aanleiding tot een nader onderzoek, waarvan wij meenden de resultaten niet aan onze kame raden te mogen onthouden. Mochten zij wrijving van meeningen opwekken, die zal kunnen bijdragen tot verbetering der militaire voeding, waar die noodig is, en tot verhooging van het weerstands vermogen van het leger, waarvan wij de eer hebben deel uit te maken Wij hebben achtereenvolgens onze beschouwingen laten gaan over de oorzaken der oprichting van militaire bakkerijen, haar nut en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 423