419
hare schaduwzijde in 't bijzoader voor Nederland, om vervolgens na
te gaan, of daaruit redenen te putten zijn voor de oprichting van
zulke inrichtingen in Indië.
I
Zooals bekend is, kan de militaire voeding in de verschillende
landen tegenwoordig in hoofdzaak tot twee tvpen teruggebracht
worden, n.l. het stelsel van verstrekking in natura en dat van afkoop.
Bij het eerste wo-den de voedingsmiddelen van 's laudswege uit
gereikt, bij het laatste he'c benoodigde door of voor den militair uit
zijn soldij of uit eene daartoe opzettelijk verleende toelage aangekocht.
Als tusschenvorm kan men dan nog aannemen eene voedingswijze,
waarin beide stelsels voor een gedeelte in toepassing komen, zooals
in Indië het geval is. Welk systeem evenwel bij de verpleging van
den soldaat gevolgd worde, in alle landen van de beschaafde wereld
vindt men brood in de reglementair voorgeschreven voeding
opgenomen.
Niet altijd echter is dit zoo geweest.
Aanvankelijk bestonden de legers uit huurbenden, regimentsgewijze
door hun kolonels, na aanmonstering, geleverd tegen bij recapitu
latie' overeengekomen belooning. De man verbond zich in die
regimenten voor een bepaalde som 's maands, en had zich daarvoor
zelf van voeding, kleeding soms zelfs van woning en wapening te
voorzien. Alleen in oorlogstijd, wanneer de toen gevolgde vecht-
wijze en vrees voor desertie het nauw aaneensluiten van groote
troepenmassa's, bestaande uit de meest heterogene bestanddeelen,
noodig maakten, trad allengs in de 16e eeuw, zoo niet later, een
magazijnsverpleging in, met brood en vleesch. Het moest nog duren
tot de Fransche revolutie, eer het begrip ingang vond, dat de staat
er rechtstreeksch belang bij kon hebben, den soldaat niet op alle wijzen
bloot te stellen aan exploitatie door zijn meerderen, maar hem zelf,
behalve van wapenen en woning ook van voeding en kleeding te
voorzien.
Bij de reglementeering der voeding, die daaruit voortvloeide, werd
in de meeste legers aan het brood eene grootere plaats ingeruimd.
Ofschoon het eerst in de laatste helft van deze eeuw aan de weten
schap voorbehouden bleef, uit waarnemingen en proeven wetten op