432 Gaat men op deze wijze te werk, dan verkrijgt men eene gelijk matige nauwkeurigheid in alle deelen van de opneming en voorkomt men ophooping van fouten. In de verwachting dat door de voorgaande toelichtingen het nut der vaste punten voor het opmeten van eenig terrein aangetoond ïs, zullen wij nu nagaan, op welke wijze de bepaling van die punten geschiedt. De vaste punten ten behoeve van de topographische opname in Ned.-Indië worden bepaald door middel van driehoeksmeting of van astronomische plaatsbepaling. Do laatste methode wordt alleen gebruikt bij de vluchtige opneming van uitgestrekte landstreken, waarvan de kaart, met het oog op de mindere belangrijkheid dezer streken, op eene kleine schaal moet worden vervaardigd. Een eisch bij deze werkwijze is, dat de bij de bepalingen te gebruiken tijdmeters zonder schade voor den gang dezer uurwerken vervoerd kunnen worden, en daar aan dezen eisch alleen bij vervoer te water in voldoende mate kan worden voldaan, is deze methode slechts toe te passen in landstreken, welke door tal van bevaarbare rivieren worden doorsneden. De astronomische plaatsbepaling staat, wat nauwkeurigheid betreft, belangrijk achter bij de bepaling door middel van driehoeksmeting, maar werkt veel sneller; zij wordt gebruikt bij de opmetingen in de "Westerafdeeling van Borneo. Bij de methode der driehoeksmeting, in gebruik bij de op Sumatra werkende triangulatiebrigade van den topographischen dienst, zijn de vaste punten de hoekpunten van een aantal aan elkander sluitende driehoeken, welke te zamen een net vormen, dat dus als het ware uitgespreid wordt over de op te nemen landstreek. Het zal den lezer duidelijk zijn, dat men, de elementen en de plaats der hoekpunten van den eenen driehoek kennende, die van een anderen daarmede aansluitenden driehoek kan berekenen; hiertoe moet van ten minste één driehoek van het net eene zijde bekend zijn, terwijl de noodige hoeken moeten gemeten worden. De hierbedoelde zijde wordt basis genoemd, omdat zij de grond slag is van het driehoeksnet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 437