40 dien verstande evenwel, dat de kapelmeester den rang bekleedt van len of 2en luitenant. Deze behoort tevens onder den titel van Inspecteur der Militaire muziekkorpsen aan het hoofd te staan van alle erkende militaire kapellen, welke in liet leger gevonden worden. Als zoodanig ontvangt hij telkens driemaandelijksche rapporten van de verschillende kapel meesters, in zake sterkte en bezetting van het muziekkorps, opgave en toestand der instrumenten, vorderingen van jonge muzikanten en opgave van ingestudeerde nieuwe marschen enz. Haar aanleiding van deze rapporten beoordeelt hij of de kapel meesters hunne muziekkorpsen oordeelkundig leiden, wijzigt hij zoo noodig al wat hem bij de opleiding en oefening minder geschikt voorkomt en beveelt hij het instudeeren van bepaalde muziekstukken. Eens per jaar brengt de Inspecteur schriftelijk rapport uit aan de Ie afd. van het D. v. O. over al hetgeen op muzikaal gebied bij het leger voorgevallen is en stelt hij daarbij tevens de noodig geachte verauderingen en verbeteringen voor. Buiten speciale machtiging van het D. v. O. of den betrokken afdeelingscommandant, is het hem evenwel niet veroorloofd, om de muziekkorpsen te inspecteeren of te doen inspecteeren door een zijner ondergeschikten. b. Eene militaire muziekschool te Mr. Cornelia, administratief onder de kaderschool aldaar gesteld, doch op muzikaal gebied, even als de militaire muziekkorpsen, aan den kapelmeester der stafmuziek ondergeschikt. Aan het hoofd staat een stafhoornblazer met den graad van adjudant-onderofficier, terwijl de verdere formatie naar behoefte ge regeld wordt. c. Militaire kapellen bij de korpsen in de A. O. N°. 58 van 1883 vermeld. Deze muziekkorpsen bestaan, bij het 5e, 13e, 17e, 18eBat. Inf. en het Regt. Cavalerie uit 1 staf hoornblazer of staftrompetter, kapelmeester, met den graad van adjudant-onderofficier, en hoogstens 20 muzikanten, en bij de overige in de A. O. genoemde korpsen uit 1 stafhoorn blazer of staftrompetter, kapelmeester, met den graad van sergeant majoor, en hoogstens 15 muzikanten. Deze laatsten zijn verdeeld in

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 43