441 Het aardoppervlak is echter door zijn spheroïdischen vorm niet op een plat vlak te ontwikkelen, en men neemt daarom als projectie- vlak een ontwikkelbaar vlak aan, dat de spheroïde zeer nadert, bv. een deel van het mantelvlak van een kegel beschreven door de raaklijn, gebracht aan het middelpunt van het in kaart te brengen gedeelte der aardoppervlakte. Dit kegelvlak is ontwikkelbaar op een plat vlak, en nadert het aardoppervlak vrij wel, althans, zoolang het op te nemen gedeelte niet te uitgebreid is. Daar Sumatra een zeer uitgestrekt eiland is, heeft men voor de carteenng daarvan eene projectie aangenomen, welke ook in Europa voor uitgebreide landen gebruikt wordt, waarbij de ontwikkeling van het aardoppervlak tot een plat vlak de minst mogelijke afwijkingen ten gevolge heeft. Deze projectie draagt den naam van polyeder projectie (polyeder veelvlakkig lichaam). Het geheele land wordt daarbij door meridiauen en parallellen, welke men zich op bepaalde afstanden (voor Sumatra 20') van elkander getrokken denkt in trapeziumvormige deelen verdeeld, en de oppervlakte van elk dier dee'en afzonderlijk voigens eene conforme (1) kegelvormige projectie ontwikkeld; wegens de geringe uitgestrektheid der oppervlakken zijn de vervormingen ten gevolge van de ontwikkeling van het gebogen tot het platte vlak geheel onmerkbaar. Evenals elke kaartprojectie heeft ook de polyederprojectie nadeelen, bv. het niet geheel aaneensluiten der piojectievlakken, maar de daardoor ontstane tusschenruimten zijn zoo gering, dat zij nog overtroffen worden door de vervormingen, welke de kaartbladen door het krimpen en rekken van het daarvoor gebezigde papier ondergaan. Voor elke 20 in het vierkant van het aardoppervlak wordt dus op Sumatra een afzonderlijk projectievlak aangenomen, en wordt zulk een deel eene graadafdeeling genoemd. Op de schaal van 1 80000 beslaat de graadafdeeling een blad der kaart, terwijl voor de kaarten Dl. I, 1892 „9 (1). Conforme projectiën zijn die, waarbij de gedaante van het op het platte vlak (de kaart) voorgestelde terreindeel geheel gelijkvormig is met dat op de aardopper vlakte gelegen; bij equivalente projeetiën is daarentegen de inhoud van elk terrein- deel gelijk aan dien van dat deel op de aarde. Voor topographische kaarten verdienen daarom eerstgenoemde» voor kadastrale kaarten daarentegen laatstgenoemde projectiën de voorkeur,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 446