AANTEEKEN1NGEN OYER YLEESCH. Dikwijls heb ik de kameraden hooren klagen over de ongunstige verhouding waarin de troepen bij het fourageeren van vleesch verkeeren door de bepaling, dat voor het hospitaal het eerst en wel het beste vleesch moet worden afgewogen Het is mijn doel deze quaestie eens nauwkeurig te onderzoeken. Yooraf zij echter gezegd: dat ik niet meer wil bewijzen, dan waartoe de gegevens, door mij verkregen, het recht geven. Voor het verkrijgen van juiste cijfers, moet mea zeer vele onderzoekingen doen, en boven dien in de meest verschillende garnizoenen. Mijn studie moet daarom meer worden beschouwd als een opwekking tot officieel onderzoek en als voorbeeld der daarbij te volgen werkwijze. Om met zekerheid te kunnen zeggeneenig troependeel ontving op een bepaalden dag te weinig vleesch en te veel beenderen, dient men te weten op hoeveel vleesch men feitelijk recht had. De eerste vraag, die beantwoord moet worden, is dushoeveel beenderen zitten gemiddeld in een koe? Het vleesch, ten dienste van een goede proef, vóór het koken van de beenderen te scheiden, heeft zijne bezwaren; toch was ik hiertoe in de gelegenheid, omdat de vleeschaannemer voor het garnizoen tevens vleesch levert voor het Stadsverband en de gevangenissen. Bit vleesch wordt geleverd zonder heenderen. Ik vestig op dit feit ernstig de aandacht, omdat daaruit blijkt, dat het volstrekt niet zoo onmogelijk is, den militairen aannemer dergelijke eischen te stellen, als wel eens beweerd wordt. Een rund, schoon wegende 80 KG., werd nauwkeurig door het midden der wervelkolom doorgehakt; iedere helft woog 40 KG. op een weinig beteekenend verschil na. De beenderen waren na het verwijderen van het vleesch, niet geheel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 453