EEN EN ANDER OYER DE INFANTERIE-SCHIETSCHOOL
TE MEESTER-CORNELIS.
Vermoedelijk zal het onzen heinde en verre door den archipel
verspreiden kameraden der Infanterie niet onaangenaam zijn eens iets
meer omtrent de schietschool te vernemen dan de inhoud van de A.
O. N°. 12 van 1890 behelst.
Daartoe zullen wij achtereenvolgens met een enkel woord bespreken
I. Logieshuishuur indemniteit en toelage.
Ontevredenen en zij, die zich in het bezit van talrijk kroost mogen
verheugen, uitgezonderd, zullen officieren, die reeds hier en daar in
onze garnizoenen een kijkje genomen hebben, zich werkelijk niet te
beklagen hebben over het logies te Rawa Bangké.
Het groote steenen gebouw en bijbehoorende paviljoens van dezelfde
bouwstof opgetrokken, goed in de verf gestoken en netjes gewit, maken
met het groote voorerf op menigeen een aangenamen indruk.
Het geheel is verdeeld in acht woningen, waarvan er zes bestaan
uit een voor- en achtergalerij, twee ruime kamers, een gang en zeer
goede bijgebouwen met erf; de twee andere woningen bevatten één
vertrek minder, en worden steeds aan ongehuwde officieren aangewezen.
Bovendien vergete men niet, dat elk aldaar wonend officier eene
huishuurindemniteit van f 40. 's maands geniet.
Ook zie men niet over het hoofd dat eenig meubilair eene opsom
ming daarvan zullen wij achterwege laten zij het dan ook niet van
den fraaisteu en elegantsten vorm, gratis in bruikleen gegeven wordt;
en wij meenen gerust te mogen beweren, dat door toevoeging uit eigen
beurs van eenige wipstoelen, een rondo tafel en eenige lampen een
geheel gevormd zal zijn, toereikend voor niet al te pretentieuse personen.
De toelage van elk gedetacheerd officier bedraagt f 20.'s maands,
eene som, die zeer zeker voldoende is tot het bekostigen van schrijf-