456
gefourageerd en dus ook het personeel en de dwangarbeiders 3/4 van
28 K .Gr. als achterbout ontvangen, wordt eene grove onbillijkheid
begaan ten opzichte van het garnizoen.
Bij de fourageering (spekdag) toch kan slechts zeer weinig achter
bout voor het garnizoen worden beschikbaar gesteld. Er is te
minder reden oin dit personeel en de dwangarbeiders te doen deelen
in de beste stukken, omdat hunne rantsoenen dubbel zoo groot zijn,
als die van den soldaat bij den troep, terwijl de dwangarbeiders
recht hebben op hetzelfde rantsoen als een Eur. fuselier.
Allen krijgen reeds meeris het dan billijk hen bovendien nog
van het beste te geven.
Neen, ieder die 't goed meent met onze flinke kerels, die dikwijls
zware vermoeienissen doorstaan en die hun karig rantsoen vleesch
best gebruiken kunnen, zal inzien, dat deze regeling onbillijk is.
Wat billijk zou zijn is dit: Er worde afzonderlijk gefourageerd
voor de zieken en hun geve men 2/s achterbout, desnoods, waar dit
zonder nadeel voor het garnizoen kan, alles achterbout.
Yoor het hospitaalpersoneel en de dwangarbeiders worde gefou
rageerd evenals voor elk ander troependeel. Hierbij nog eene
opmerking: het gaat ons niet aan. waarom dit personeel een rantsoen
ontvangt dubbel zoo groot, als dat hunner kameraden van het
garnizoen, daarvoor zullen wel goede redenen bestaan. Op grond
daarvan hen niet te doen deelen in de beste stukken vleesch, die na
het fourageeren voor de zieken overblijven, zou eveneens onbillijk zijn.
Toch zou het kunnen gebeuren, dat zelfs bij deze regeling in
enkele plaatsen het aantal zieken in wanverhouding zou staan tot
het garnizoen; daar zou de plaatselijke commandant, naar billijkheid
moeten beslissen, welk gedeelte van het vleesch, voor de zieken bestemd,
achterbout behoort te zijn.
Vleeschtoebereiding.
Omtrent het bereiden van het vleesch eene korte opmerking.
Het vleesch wordt in de soep gekookt en wel gedurende 46 uren.
Wanneer men de handboeken opslaat, leest men, dat van het
vleesch zeer weinig in de soep oplost. Niets kan tot grootere