463
Bovendien is, vind ik, het stellen van dezen eisch, daarom niet
te verdedigen omdat het bepalen van een termijn van twee jaren op
geheel willekeurige gronden moet berusten. Waarom juist zoo lang
en niet korter of langer, waarom geen 2-^ jaar of achttien maanden,
ziedaar vragen, die den samensteller van het reeds verouderd en niet
meer aan de eischen van den tijd beantwoordend voorschrift ten
minste als hij nog leeft in verlegenheid zullen moeten brengen.
Maar wil men in elk geval een zekeren verplichten diensttijd in
een rang vorderen alvorens het volle pensioen voor dien rang toe te
kennen, mij wel, maar dan ook dadelijk en voor goed gebroken met
de verregaande en door niets te verdedigen onbillijkheid, dat een
kapitein die 24 maanden als zoodanig gediend heeft kapiteinspensioen
krijgt en dat een ranggeuoot, die 23 maanden en 27 dagen als
hoofdman heeft medegeloopen met luitenantspensioen wordt afgescheept.
Dan ook het voorbeeld gevolgd van de berekening van het pensioen
bij minder dan twintig jaren dienst.
Wanneer toch een officier na zestien Indische dienstjaren tenge
volge van redenen van physieken aard, d. w. z. wegens ongeschikt
heid voor alle militaire diensten, het leger moet verlaten, dan heeft
hij, wel verre vau alle aanspraken op pensioen te hebben verloren,
aanspraak op een jaargeld, het 16/20 van het voor zijn rang vastge
stelde pensioen bedragende, ja de niet genoeg te roemen vrijgevigheid
gaat op dit gebied zoo ver, dat iemand die na slechts één jaar dienst
afgekeurd wordt en dus eigenlijk alleen op 1/20 recht zou kunnen
doen gelden, toch als een minimum zich de helft van het volle voor
den 2en luitenantsrang vastgestelde pensioen toegekend ziet.
Welnu, werd op dergelijke wijze ook gehandeld met het verschil
tusschen de pensioenen van verschillende rangen, dan zou de thans
bestaande grief betreffende de verplichte twee jaren dienst, vooreen
goed deel uit den weg geruimd worden en de verleiding minder groot
zijn, om zijne gezondheid, ja zelfs zijn leven in de waagschaal te stellen
voor het twee volle jaren in den actueelen rang doorbrengen. Laat
ik het vorenstaande met een klein voorbeeld ophelderen en daarbij
aannemen dat ook in de toekomst de eisch blijft bestaan, dat men
twee geheele jaren in een rang moet hebben gediend om aanspraak
op het volle voor dien rang vastgestelde pensioen te kunnen maken.