464 Een majoor hooft bij volbrachten diensttijd oen pensioen van '2800 Een kapitein in dezelfde omstandigheden een jaargeld van 2000 Verschil 800 Na twintig maanden majoor te zijn, kan onze hoofdofficier het niet langer bolwerken, gedachtig aan de zegswijze Bt' is beter een levende majoor dan een doode overste te zijn", verlaat hij den dienst en ziet hij zich (altijd als mijn denkbeelden ingang vinden) een pensioen toegekend van 2000 -ƒ x 800 of 2665. Werd daarbij nog bepaald, dat bij minder dan een jaar dienst in den hoofdofficiersrang toch in elk geval 400 boven het normale kapiteinspensioen zouden worden geschonken, dus dat men, eenmaal majoor zijnde, minstens op 2400 gld. pensioen zou mogen rekenen, dan zou, dunkt mij, de billijkheid betracht, ja zelfs eenige vrijgevigheid niet uit het oog verloren worden. En nu ten overvloede nog eens een voorbeeld van iemand, die onder de ongunstigste omstandigheden den dienst verlaat, d. w. z. die bijv. noch twintig jaren dienst heeft, noch twee jaren kapitein is. Een kapitein heeft bij volbrachten diensttijd een pensioen van 2000 Een le luitenant in dezelfde omstandigheden een jaargeld van 1500 Verschil 500 Na nu bijv. 17 jaren dienst te hebben en 1^ jaar kapitein te zijn wordt men voor alle militaire diensten afgekeurd en moet men dus het leger met pensioen verlaten. Nu zou ik dit pensioen op de volgende wijze willen berekend zien Voor 24 maanden kapiteinschap krijgt men 500 verhooging op het luitenantspensioen, 18 maanden dus X 500 of 375. Bij twintig jaren dienst zou dus het jaargeld van den pas anderhalf jaar geleden tot kapitein bevorderden officier 1875 bedragen. Hij hcefc echter eerst 17 jaren gediend en dus slechts aanspraak opX 1875 of 1593,75 pensioen. Ziehier, lezers, hoe naar mijne zeer bescheiden meening, deze zaak behoorde te worden geregeld; mocht ik falen in mijne beschou wingen, welnu de Redactie zal zeker ook wel aan een anders opinie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 469