- 471 zes des avonds tot drie uur 's nachts marcheeren, na te voren gedwon gen te zijn geworden jas en schoenen af te geven (dit verklaart C.'s beweren, dat hij K. had ontmoet, lijdende aan verwonde voeten); van 3 tot 5 uur kreeg hij rust, waarna men hem weder tot half twaalf uur in den morgen in beweging deed blijven. K. werd weldra besneden, ontving den naam Omar, doch wist enkele dagen daarna in gezelschap van den deserteur S. weder te ontsnappen, om zich bij een onzer bentings „van desertie terug" aan te melden. Was K. slechts elf dagen bij den vijand geweest en keerde hij ook al vrijwillig terug, dit maakte zijne misdaad er niet te lichter om en boette hij dan ook daarvoor op den 10en September 1883 met den strop. Yan den zoo even genoemden Europeeschen fuselier S., een Lim burger van geboorte, die den 13cn April 1882 wegliep en gedurende twee maanden onder den naam Osman bij de Atjehers vertoefde, werd een weinig meer vernomen, namelijk dat hij op den vierden dag na zijne desertie, te Lamkrah besneden werd; dat hij deelnam aan de beschieting te Djerir, waarbij de Atjehers zelve twee gewonden bekwamen dat hij één dier gewonden naar kampong Moereh moest dragen en sterk bezweet daartoe de rivier bij Lampanas te doorwaden had; dat hem die zware tocht den volgenden dag eene hevige koorts bezorgde, waarop hij gedurende Ij- maand ziek bleef iu kampong Mangkrah, Ij uur ver van Moereh gelegen dat in die kampong Mangkrah alle zieken verpleegd werden, in zoo verre er van „verpleging" bij de Atjehers mag sprake zijn; dat toch de zieken (S. doelt blijkbaar alleen op zieke deserteurs) geene medicijnen kregen, doch alleen wat door een Maleischen oppasser geholpen werden en ten slotte dat de deserteur J die den 13™ April 1882 met hem, S., te gelijk wegliep, gedurende een maand aan de gevolgen der besnijdenis had geleden, terwijl R., een Duitscher van een overigens goed militair gedrag, die den 6™ Mei 1882 over- geloopen was, zich uit wanhoop tot twee malen toe het leven had willen benemen, doch ten slotte toch nog aan koortsen overleden was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 482