475 speelwoede, dieverij en goedverkoop veeltijds de desertie vooraf gingen, een enkel geval maakte hierop eene uitzondering. Zoo deserteerde op den 16™ October 1885 van Tjot-Iri de Euro- peesche fuselier F., een Belg, wiens militair gedrag te voren niet slecht mocht worden genoemd. Wat dien soldaat bewoog te deserteeren, ligt in het duisteralleen weet men van hem, dat hij eenige oogenblikken vóór het plegen van zijne misdaad, aan een kameraad schreiende had gezegd: „dat hij er tusschen uittrok en naar den overkant ging, omdat hij op „het hart wijzende daar iets had liggen, dat er af moest." Yan een ander te voren goed-oppassend soldaat, die zich nog al om zijne godsdienstigheid onderscheidde, vermoedde men, dat hij, voor den zelfmoord terugdeinzende, den dood bij zijne vijanden had gezocht. Weer een ander, doch ditmaal een slecht oppassend sujet, de Europeesche korporaal S., die den 7™ October 1885 uit Kota-Radja verdween, liet eenen brief achter voor een zijner naaste verwanten in Europa, waarin hij o. a. schreef: „dat hij zijne overplaatsing naar een dor posten op Atjeh gevraagd „had, om aldaar den dood of zijn geluk te vinden; dat hem de dood „trouwens volmaakt onverschillig was en dat een en ander tot bewijs zou „kunnen strekken, dat hij, de zoon, hoe langer, hoe meer, op den vader „geleek". Zeven dagen na de desertie van Tjot-Iri van den hiervoren ge noemden Europeeschen fuselier F., liep van dienzelfden post weg de Europeesche fuselier S., een Duitscber, die in de benting veel last van schulden had. De schildwacht, die zijn deserteeren gewaar werd, trof hem echter zoo goed, dat S. met de handen in de hoogte, op zijne linkerzijde neerplofte, daarna opstond en onmiddellijk weer op den grond viel, om voor zoo ver dit uit de benting viel waar te nemen, niet meer op te staan. Ten opzichte van dien S., wiens lijk ook gevonden werd, deed zich het geval voor, dat de soldaten van den post aan hunnen commandant verzochten, van zijne begrafenis te mogen wegblijven en de twijfel achtige eer daarvan aan de kettinggangers over te laten. Dit gebeurde dan ook.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 486