484 veroorzaakt door de verhooging der weduweupensioenen, deels door de snelle afsterving der deelhebbers in verband met het gezonde leven van vrouwen en kinderen. Doch deze ongunstige omstandigheden zouden met glans overwonnen zijn, indien het beheer volgens de strikte regelen der comptabiliteit van zoodanige fondsen had plaats gehad. Het zou door de hooge contri butie den aanvankelijken achterstand hebben overwonnen en den toestand van evenwicht bereikt. Bij verderen vooruitgang van het fonds had men na nauwkeurige berekening en gezette overweging tot verlaging der contributie kunnen besluiten, die thans aan de deelhebbers ten goede zou komen, terwijl zij nu veroordeeld zijn om tot het einde van hun leven het maximum der contributie te betalen. Het nauwlettend nagaan der acht kolommen waaruit staat IV bestaat, stelt niet alleen deze uitspraak boven twijfel, maar leert nog andere opmerkingswaardige verschijnselen in de geschiedenis van het fonds kennen. Zoo zien wij in kolom 2 de aanwas van het kapitaal zonder ooit voldoende te zijn tegenover de verplichting van het fonds, neemt het toe tot het in 1877 dus na 35 jaren zijn maximum bereikt. Daarna neemt het regelmatig af en dit zorgwekkend ver schijnsel heeft eindelijk de oogen geopend, zoodat maatregelen werden beraamd om hieraan te gemoet te komen. Doch toen was het reeds te laat, zooals wij nader zullen zien. In 1862 ware het fonds nog te redden geweest. Indien toen niet ter kwader ure de bovenvermelde bepaling omtrent de verlaging der doorloopende contributie ware ingevoerd, zou d,e achterstand, veroorzaakt door de subsidiën aan het verhoogd pensioenfonds, alsnog in te halen geweest zijn doch met deze verlaging werd het doodvonnis van het fonds beteekend en kon van een financiëel evenwicht geen sprake meer zijn. Van dien tijd af zien wij de schaal voortdurend naar de ongunstige zijde overhellen tot de toestand onhoudbaar was. Blijkens de mij, zoowel in schrift als in druk toegezonden stukken, heeft het noch van de zijde van het bestuur van het fonds, noch van die van enkele belanghebbenden aan waarschuwing ontbroken, doch hierop werd weinig acht geslagen, tot de wanverhouding zoo groot werd, dat ingrijpende maatregelen niet uit konden blijven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 495