491
Tekort op 1 Januari 1890f 9,099,310
bij: rente over 1890 a 4 pet363,972
f 9,463,282
af: 70 aanstellingen a 1200 84,000
Tekort op 1 Januari 1891f 9,379,282
bij: rente over 1891 a 4 pet375,168
f 9,754,450
af: 70 aanstellingen a 1200 84,000
Tekort op 1 Januari 1892f 9,670,450
Doch dit berekend tekort is voor vermindering vatbaar. In de
nevensgaande berekeningen is niet gelet op de bevordering der bestaande
officieren tot hoogereu rang, maar alles gebaseerd op den bestaanden
toestand. Uit de berekening blijkt echter dat de officier bij elke
bevordering het overeenkomstig weduwenpensioen duurder moet betalen.
Want het kinderpensioen neemt niet toe met de bevordering in rang;
het weduwenpensioen wel, doch lang niet evenredig aan de verhooging
der bezoldiging. Derhalve 'ligt in elke bevordering een voordeel voor
net weduwenfonds verscholen, dat hierbij in rekening moet gebracht
worden. Dit voordeel heb ik voor elke verhooging in rang bij bena
dering berekend. Gelijk de contante waarde van het voordeel bij elke
aanstelling is te stellen op f 1200, zoo is de contante waarde van
de kans op toekomstige bevorderi gen voor een tweeden luitenant
te schatten op f 1000, de kans op bevordering van eiken eersten
luitenant op 800, de kans op bevordering van een kapitein op
f 500 en elke verdere bevordering op f 250. Deze verhooging
toegepast op de actieve officieren van staat III, levert eene contante
waarde van 930,000. Met deze som kan het op 1 Januari 1888
berekend tekort gevoegelijk verminderd worden, waardoor het daalt
tot 7,647,160.
Door renteberekening neemt de berekende som van f 930,000 op
1 Januari 1892 toe tot 1,087,970 en hierdoor daalt het tekort op
1 Januari 1892 tot f 8,582,480.
Met de storting van dit bedrag in het fonds ware het evenwicht
hersteld, mits van het daarna aanwezige kapitaal voortdurend minstens