494 de koloniale middelen bij te passen door een jaarlijksche subsidie op de koloniale begrootiug te brengen. Voor de nieuw aan te stellen officieren kunnen andere maatregelen genomen worden, die hierna worden behandeld. De sluiting van het fonds zou gepaard kunnen gaan met eene geheele overneming door 's Rijks bestuur. Dan wordt eenvoudig het voorhanden kapitaal in de schatkist gestort, worden de contributiën en de pensioenen ter wederzijde op de koloniale begrooting gebracht. Aanvankelijk zou de last niet zwaar op deze drukken, maar weldra steeds grooter verhouding aannemen tot hij het halve millioen nadert, om daarna te dalen tot hij geheel is verdwenen, wanneer de laatste weduwe uit het bestaand geslacht voortgekomen, is overleden, hergeen stellig niet binnen de eerste vijftig jaren is te wachten. Doch na de sluiting van het fonds zou de liquidatie ook toevertrouwd kunnen blijven aan het tegenwoordig bestuur. Dit heeft steeds getoond op de hoogte te zijn der financiëele operatiën en heeft met geringe kosten het beheer tot hiertoe gevoerd. De ongunstige toestand waarin het fonds verkeert, is waarlijk niet aan dit bestuur te wijten, daar het vooral in de laatste jaren her haaldelijk op den verkeerden gang heeft gewezen en zelfs heeft geprotesteerd tegen de verlaging der contributie, waaromtrent van hooger hand werd beslist. In dit geval zou het kapitaal geleidelijk kunnen overgaan op het nieuwe fonds, in de onderstelling dat dit aan hetzelfde bestuur werd toevertrouwd en de op de jaarlijksche begrooting van het fonds ontstaande tekorten door subsidie uit 's Rijks koloniale middelen werden aangevuld. Wordt tot opheffing van het bestaande fonds besloten, dan zou het naar mijne meeuing de voorkeur verdienen om de tekorten jaarlijks aau te vullen, naar mate zij zich voordoen, boven het verleenen van een vaste jaarlijksche subsidie, die aanvankelijk te groot, in later jaren met de renten van het bespaarde moet vermeerderd worden om in het tekort te voorzien. Daartoe bestaat, wanneer het tekort- komende uit 's Rijks schatkist wordt bijgepast, geen voldoende reden. Bij de sluiting van het bestaande fonds voor verdere deelneming zou het beslaand reglement van kracht moeten blijven. Riet dat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 505