497
Zoo ergens dan bestaat dus in Indië reden voor den Staat om de
broodbereiding voor zijn militaire macht in eigen beheer te nemen,
ook al gaat men niet zoo ver te beweren, dat er zooveel meelverval-
sching bij het leger zou voorkomen, als vroegere schrijvers over dit
onderwerp in dit Tijdschrift op den voorgrond meenen te mogen stellen.
Het is toch niet te verwachten, dat dit aan het licht zou komen bij
de keuring, die aan het fourageeren voorafgaat, terwijl de intendanten
en kwartiermeesters, die voor het aanwezig zijn van den dertigdaag-
schen voorraad van goede kwaliteit verantwoordelijk zijn, slechts bij
uitzondering tot scheikundig onderzoek in staat zijn, en onderzoek
door deskundigen niet voorgeschreven, noch gemakkelijk gemaakt,
en dus uit den aard der zaak niet bevolen wordt.
Hierdoor valt het aantoonen van vervalsching in het Indisch leger vrij
wel buiten de grenzen der waarschijnlijkheid, maar is het ook des te meer
noodig controle te kunnen uitoefenen op de bereiding van het meel.
Wat evenwel voor ieder waarneembaar is, die eene Indische
bakkerij bezocht, is 't gemis aan reinheid, de innige vuilheid, het
walgingwekkeude en tegen alle begrippen van hygiëne strijdende,
dat men daar aan kan treffen. Daartoe is het niet noodig, dikwijls
op dergelijke feiten te stuiten, als onlangs in de Indische bladen
uit rapporten van geneeskundigen in de Straits werd overgenomen. (1)
Om der wille van de reinheid en hygiëne beveelt men in Wester -
sche landen het gebruik van kneedmachines aan, hoeveel te meer
geheel machinale broodbereiding een eisch is in Indië kan men
nagaan, als men rekening houdt met de doorloopend hooge tempe
ratuur en de eischen van het handwerk.
Bovendien is de kans van infectie niet gering bij een ras als het
Chineesche, dat bijna uitsluitend de broodlevering in Indië in handen
heeft, maar daar ook een bevoorrecht drager schijnt van melaatsch-
heid, syphilis en andere dergelijke ziekten. Ook al neemt men aan,
(1) Deze spraken yan een zeer hoog ziekenprocent aan syphilis, scrofuleuzen uit
slag, enz. onder de werklieden, een slapen met meer dan half naakt Iieliaam
op de zakken meel, het aanwezig zijn van bakken bedervende urine voor tuinbemes-
ting onder de kneedtafels, en andere even appetijtelijke zaken, vooral in een tropisch
klimaat. Einde 1890 werden deze feiten ook door anderen dan schrijver dezes gelezen
in Nederl. bladen, overgenomen uit de Indische. Later hebben we ze evenwel niet
terug kunnen vinden, wat ook geen gemakkelijke zaak is bij een entre-filet.