498 dat de hooge temperatuur, die bij het bakken ontwikkeld wordt 250° C) voldoende is om alle kiemen van ziekten in het brood te dooden, die zich door bacteriën of sporen van bacteriën zouden kunnen verspreiden, dan nog blijfr verdere besmetting mogelijk door de latere behandeling der brooden in de handen van zieke individuën. Hoewel zich, voorzoover ons bekend, nooit wel bewezen gevallen van besmetting langs dezen weg in Indië hebben voorgedaan, de mogelijkheid van zulke infectie is voldoende om in de bestaande omstandigheden tot het besluit te komen, dat de besproken ziekten zich in Indië waarschijnlijk wel op deze wijze propageeren. Het is daarmede, als met de brood- en meelvervalsching, zooals Jozé terecht opmerkt, 't Is wel niet bewezen, dat deze praktijken in Indië veel voorkomen, en het minder goede brood kan wellicht met meerrecht toegeschreven worden aan het gebruik van een minder goed gisting middel dan de Europeesche moutgist, maar wanneer vervalsching van het deeg met zulk een eenvoudig en goedkoop middel, als kalkwater, maken kan, dat bedorven meel, en dit moet in Indië eerder voorkomen dan in de gematigde luchtstreken, een grooter rendement en op het oog beter brood oplevert, dan is bewijs overbodig, en kan men aannemen, dat deze vervalsching voorkomt. IY Boven al deze gronden, meermalen aangevoerd voor oprichting van militaire bakkerijen, staat er een, tot nog toe buiten beschouwing gelaten. De tarieven betrekkelijk de voeding van den Indischen militair in verschillende omstandigheden schrijven voor, dat de Europeesche, Afrikaansche en Amboineesche onderofficieren en mindere militairen altijd, de officieren en Inlandsche militairen alleen te velde een rantsoen brood zullen ontvangen. Hu is het duidelijk, dat, wil deze bepaling tot uitvoering kunnen komen, zij niet op zichzelve staan kan. De wijze, waarop de verpleging van den soldaat geregeid is, dient in overeenstemming met zulk een voorschrift te zijn. Laat ons nagaan, in hoeverre dit het geval is. De voeding van den Indischen soldaat wordt hem op marsch, aan boord en te velde geheel en in het garnizoen, alleen wat de hoofd voe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 509