514 van de op de begrooting daarvoor toegestane gelden, de uitgebreidheid van het leeraarspersoneel en de hoeveelheid der leermiddelen, is derhalve aan veranderingen onderhevig. Waarom bepaald is, dat dit aantal wapensgewijze wordt aangegeven, hebben wij nimmer begrepen. Aan alle officieren, onverschillig van welk wapen zij afkomstig zijn, wordt hetzelfde toelatingsexamen afgenomen en de eischen daarvoor zijn zoodanig gesteld, dat ieder officier daaraan moet kunnen voldoen; ook aan de H. K. krijgen alle leerlingen dezelfde opleiding, terwijl zij eenmaal Generale Staf-officier zijnde, voor den zelfden werkkring geroepen kunnen worden. Wat doet het er dus toe van welk wapen de officier van den Gen Staf. en de hoogere troepenaanvoerder afkomstig zijn? Het Leger is er mede gebaat daarvoor die officieren op te leiden, die de meeste waarborgen opleveren, profijt te kunnen trekken van de aan hen bestede moeite en kosten. Bovendien al wenschl men in het officierskorps van elk wapen elementen te bezitten, geschikt voor den dienst bij den Gen. Staf of voor hoogeren troepenaanvoerder, dan nog is het naar onze meening niet noodig, de aan de H. K. opengestelde plaatsen wapensgewijze te verdeelen, want er bestaat geen enkele reden voor, dat wanneer men zulks niet doet, de toeloop slechts van één of twee wapens zou komen. Bij eene regeling zooals deze in de laatste jaren getroffen werd, toen van de 6 aan den krijgskundigen cursus opengestelde plaatsen, 3 werden ter beschikking gesteld van de luitenan s der infanterie en 1 van die van elk der 3 andere wapens, maakte men de kansen het nadeeligst voor de infanterie- en het voordeeligst voor de cavalerie-offieieren, wijl de formatie aan luitenants bedraagt 555 bij de infanterie, 74 bij de artillerie, 43 bij de genie en 23 bij de cavalerie. Ook dit is toch zeker niet hetgeen men wenscht. Het gaan naar de Krijgsschool laat zich niet dwingen; ambitie moet het zijn, welke de officieren noopt zich aan de studie te blijven wijden. Yan welk wapen de officier nu ook is, doet niets af tot zijne ambitie en zijn de eischen voor toelating tot het examen zóó gesteld, dat allen er aan kunnen voldoen en de kansen voor allen gelijk zijn, dan zal de ondervinding na verloop van jaren leeren, dat een evenredig aantal officieren van de verschillende wapens de studiën aan de H, K. hebben gevolgd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1892 | | pagina 525