49
officier in Indië van minstens twee jaar en een goed gezichtsvermogen
heeft, kan toch wel gevergd worden, dat hij, na alsnog op enkele finesses
opmerkzaam gemaakt te zijn, vorengenoemde oefeningen met de
noodige kennis en tact zal kunnen leiden.
Wanneer wij verder aannemen, dat dagelijks twee oefeningen
doorloopen worden hetgeen tot nog toe ook geschiedde dan
kunnen de oefeningen der tweede klasse in vijf, en die der eerste
klasse in tien dagen doorloopen worden. Voorts zouden twintig
dagen besteed kunnen worden tot het houden van scherpschut
tersoefeningen en het schieten met karabijn en revolver, het
welk zonder bezwaren zou kunnen plaats hebben na afloop der
individueele schietoefeningen met het geweer; tot het houden van
gezamenlijke schietoefeningen, waarbij de gedetacheerde officieren
zelf in het gelid staan, zouden vijftien dagen toereikend zijn, zoodat
alsdan ongeveer eene maand rest, welke benut zou kunnen worden
om de officieren te vormen tot vuurleiders, enkele proeven te nemen
en eenige waarnemingen te doen.
Nu zou zich evenwel één bezwaar kunnen opdoen, n.l. hoe te
doen, wanneer er officieren zijn, die meer dan tien dagen noodig
zouden hebben, om de eerste klasse in haar geheel te doorloopen?
Welnu, als dit eens voorkwam, gelooven wij stellig, dat het niets
schadelijk werken zou, den betrokken persoon tot eene volgende
oefening te doen overgaan, zonder dat hij aan de vorige vol
daan hadbovendien sluit het gemis van een vaste hand, dan wel
het aanwezig zijn van andere gebreken, volgens onze meening, de
mogelijkheid niet uit, officieren als daareven bedoeld, te vormen tot
goede instructeurs en vuurleiders.
IV. Het practisch en theoretisch onderwijsgegeven aan het
bij de schietschool gedetacheerde kader.
Het spreekt van zelf, dat het onderricht in de voorbereidende
schietoefeningen ten aanzien van het kader bijzonder veel zorg eischt
en daarvoor dus ook meer tijd beschikbaar dient te zijn, dan wij
voor de officieren noodzakelijk achtten.
Tot nog toe werden ongeveer vijf weken besteed aan het houden
dier voorbereidende schietoefeningen; die tijd is, dunkt ons, te ruim
Dl. I, 1892. 4