527
1°. de wijze, waarop zij de hun schriftelijk of mondeling ter behande
ling gegeven opdrachten, ten uitvoer hebben gebracht;
2°. den indruk te hunnen aanzien verkregen, bij oefenings- en studierei
zen, oefeningen op de kaart en op het terrein
3°. de schriftelijke rapporten, hen betreffende, uitgebracht door de niet
in de commissie zitting hebbende leeraren (zijnde alle burger-leeraren, en
van de offieieren-leeraren dien in het paardrijden en die van lageren rang
dan kapitein);
4°. de verslagen van, en de rapporten omtrent de detacheeringen bij
de Cavalerie en Artillerie van de leerlingen van den krijgskundigen cursus
5°. de rapporten omtrent de leerlingen van den intendancecursus,
uitgebracht door den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, belast
met het toezicht op de Rijkslandbouwschool.
In het door de commissie uit te brengen verslag worden de namen
van de leerlingen genoemd, gerangschikt naar den vorengenoemden
maatstaf, waarna van elk hunner eene beknopte omschrijving volgt,
van zijne geestvermogens ook wat vlugheid van opvatting
betreft zijn dienstijver, zijne militaire vormen, zijne practische
geschiktheid en zijn karakter. Ten slotte wordt van elk hunner
vermeld
a. öf en in hoever hij aanleg en geschiktheid heeft, respectievelijk voor
den dienst bij den Generalen Staf of bij de Intendance;
b. öf en in hoever hij aan te bevelen is voor leeraar aan eene der
inrichtingen van militair onderwijs en c.q. in welke vakken
c. of hij bijzondere geschiktheid bezit voor de vervulling der betrek
king van adjudant bij hooge autoriteiten;
d. de bedrevenheid in het schrijven en spreken van vreemde talen,
voorzoover daaromtrent gegevens aanwezig zijn.
Detaclieeringen in Indië. In Indië teruggekeerd zijnde, worden
de van de H. K. afkomstige leerlingen gedetacheerd:
le de officieren van den krijgskundigen cursus
a. de officieren der bereden wapensvoor 3 maanden bij de Infanterie
b. de officieren der niet-bereden wapens: voor 3 maanden bij de
Bergartillerie
c. alle officieren: voor 6 maanden bij eene opnemingsbrigade van den
Topographischen dienst (voorzoover zij daarbij nl. niet vroeger werkzaam
zijn geweest);